5 vragen aan Leo Verbeek

Leo Verbeek runt samen met zijn twee broers BioVerbeek, een glastuinbouwbedrijf van 10 hectare in Velden, waar al 22 jaar biologische tomaten, komkommers en paprika's worden geteeld. De producten worden aan natuurvoedingswinkels en supermarkten in binnen- en buitenland geleverd.

BioVerbeek werkt volgens het principe: als je goed zorgt voor de natuur, zorgt die ook goed voor jou. Tegelijkertijd worden de allernieuwste teeltinzichten en technieken toegepast. Kiempunt Limburg, dat professionals in agrofooddie samen willen innoveren op Limburgse bodem met elkaar verbindt en inspireert, stelde Leo Verbeek (rechts op de foto) een vijftal vragen.

1. Hoe ben jij bezig met innovatie?
We innoveren onder andere op het gebied van productontwikkeling, bemesting/bodemvruchtbaarheid en energie. Op energiegebied willen we ons bedrijf fossielvrij maken en de kassen gaan verwarmen met een biomeiler. Een biomeiler is een composthoop waar je de warmte uit haalt en die benut voor de verwarming van een gebouw of kas. Het voordeel is bij dit proces dat je de ingaande restmaterialen, zoals champost en of mest, opwaardeert naar een beter product; de compost. Compost verrijkt de bodem, met meer organische stof -extra CO2 opslag- dus een beter waterbergend vermogen, minder droogtegevoelig en een meer vruchtbare bodem. In onze klimaatopgave voor de komende jaren is de biomeiler een uniek product om de nodige stappen te maken. Betere benutting van reststromen door het maken van compost, voor meer CO2-opslag in de bodem en een benutting van de natuurlijke warmte. Het is de bedoeling dat we net zoveel natuurlijke warmte in een jaar gaan opwekken als de inwoners van Arcen per jaar gebruiken aan warmte opgewekt door het verstoken van gas.

2. Wat adviseer je andere professionals in de agrofood die meer willen innoveren?
Luister naar jezelf, maar ook naar wat de maatschappij in het algemeen. Uiteindelijk moet jezelf een keuze maken hoe jij verder wilt innoveren met je bedrijf.

3. Welke trends en ontwikkelingen gaan grote impact hebben op de agrofood in de komende 20 jaar?
Voedselproductie moet begrijpelijk zijn voor de consument. Biologisch is een begrijpelijke en bewezen landbouwmethode.Een andere ontwikkeling is dat voedselproductie steeds meer high tech wordt en die steeds verder van de consument en natuurlijke processen af komt te staan. Zoals vertical farming en de ontwikkeling bij veredeling CRISPR-Cas. Uiteindelijk gaat de consument/de maatschappij steeds meer bepalen welke richting het uitgaat, met name de jeugd. Het is volgens mij nog nooit voorgekomen dat leerlingen van basisscholen en voortgezet onderwijs zich zo druk gemaakt hebben over het klimaat als maatschappelijk probleem! Landbouw kan het klimaatprobleem mee helpen oplossen door meer CO2 als organische stof in de bodem op te slaan in plaats van organische stof te verbranden met kunstmest en zodoende CO2 in de atmosfeer te verhogen.

4. Wat is er nodig om de innovatie in de Limburgse agrofood te versnellen of te versterken?
Het is een containerbegrip aan het worden, maar kringlooplandbouw heeft veel te bieden. Durf als overheid achter oeroude principes te gaan staan. High tech landbouw is veel sexyer om geld aan uit te geven dan 'normale' landbouwprocessen als composteren en bokashi maken, terwijl de waarde hiervan niet onderschat moet worden.

5. Aan welke innovator in de Limburgse agrofood leg jij dezelfde vragen voor?
Phillippe van de Grinten, de grote promotor van Bokashi. Een simpel biologisch proces wat op termijn een enorme impact kan hebben in de landbouw.

Bron: Kiempunt Limburg

Deel artikel