Agrovertrouwen daalt, maar tuinbouw bovengemiddeld
Geplaatst op 27 augustus 2021
In de meeste sectoren daalde het vertrouwen. Alleen onder akkerbouwers bleef het vertrouwen stabiel. Met name in de varkenshouderij daalde het vertrouwen in de eigen onderneming.
In andere sectoren daalde het vertrouwen minder hard. Boeren en telers maken zich voor de nabije toekomst vooral zorgen om lagere opbrengstprijzen en hogere kosten. Dit blijkt uit de Agro Vertrouwensindex van LTO Nederland, Flynth adviseurs en accountants, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Wageningen Economic Research.
Het vertrouwen onder boeren en telers bleef ook dit kwartaal onder het langlopende gemiddelde van bijna 13 punten. In het eerste kwartaal van 2019 kwam het vertrouwen voor de laatste keer boven dit gemiddelde uit. De coronapandemie heeft er in 2020 flink ingehakt. Sindsdien trad een herstel op, maar dat is in het tweede kwartaal van 2021 abrupt onderbroken. De sectoren akkerbouw, melkveehouderij, de varkenshouderij en de pluimveehouderij zitten momenteel onder hun sectorgemiddelde. Alleen de tuinbouwsectoren liggen boven (glastuinbouw) of op (opengrondstuinbouw) het langlopende gemiddelde van hun sector. Bij deze laatste sectoren is het vertrouwen, ondanks een negatieve correctie, nog altijd goed. Bij de varkenshouderij fluctueert de index sterk (varkenscyclus), mede door sterk muterende opbrengstprijzen en kosten.
De conjectuurindex is met 8 punten verbeterd ten opzichte van het eerste kwartaal. Met name melkveehouders waren meer tevreden over de bedrijfssituatie in de afgelopen 12 maanden. Vooral de betere prijsvorming was debet aan deze positievere beoordeling. Ook de glastuinders keken positiever terug dan een kwartaal eerder. Zowel opbrengstprijzen als de productie werden beter beoordeeld. Wel remden de toegenomen kosten de verdere stijging van deze index. Bij de akkerbouwers en pluimveehouders was de toename beperkt en bij de varkenshouderij daalde de index, met name vanwege gestegen kosten. Ondanks deze recente mutaties hebben alleen de glastuinbouw en opengrondstuinbouw een positieve conjunctuurindex. Ondanks de positieve aanpassing van 20 indexpunten bij de melkveehouderij bleef de index daar nog net onder nul.
Beoordeling huidige situatie
De land- en tuinbouwstemmingsindex, die het gevoel van ondernemers over de huidige situatie op het bedrijf weerspiegelt, steeg met een half punt, wat kan worden opgevat als een stabilisatie. Qua stemming springen beide tuinbouwsectoren er weer uit. Ondanks een daling in de glastuinbouw en een stabilisatie in de opengrondstuinbouw bleef de stemming daar met een index van meer dan 30 punten goed. Bij andere sectoren ligt de stemmingsindex rond het gemiddelde van de totale land- en tuinbouw. Ook deze keer verschillen de ontwikkelingen per sector. Zo daalde de stemming onder varkenshouders en pluimveehouders sterk, maar waren akkerbouwers juist meer tevreden dan een kwartaal eerder. Bij melkveehouders nam de stemming beperkt af.
De opwaartse lijn van de laatste vier metingen, wanneer boeren en telers werd gevraagd vooruit te kijken naar de komende 12 maanden voor hun bedrijfssituatie, is in het tweede kwartaal van 2021 onderbroken. De index daalde ruim 3 punten. De pessimisten blijven daarom in de meerderheid. De index staat op -5 punten. De conjunctuurindex (vooruitkijkend) daalde vooral onder varkenshouders. Deze boeren verwachten lagere opbrengstprijzen en een lagere productie. Ook melkveehouders en glastuinders denken dat er lagere opbrengstprijzen in het verschiet liggen. Gestegen kosten spelen ook een rol en mogelijk de onzekerheid over het verloop van de coronapandemie. Grote delen van de wereld blijven onder invloed van lockdowns.
Toekomst middellange termijn
Als naar de middellange termijn van het bedrijf wordt gevraagd (2 tot 3 jaar verder), zijn boeren en telers in het tweede kwartaal van 2021 ook wat minder enthousiast geworden. De index daalde met ruim 3 punten. Net als voor de korte termijn denken de varkenshouders ook hier dat zij op de wat langere termijn te maken krijgen met zwaardere bedrijfsomstandigheden. De index daalde met 26 punten en hierdoor is de index onder het nulpunt gedaald.
Meer ondernemers zijn dus pessimistisch. Ook in alle andere getoonde sectoren daalde de index in deze meting. De kleinste daling van de index (-1 punt) was voor rekening van de pluimveehouderijsector. Pluimveehouders zijn momenteel ook het positiefst voor de middellange termijn met een index van 9 punten. Andere sector-indexen liggen dichter bij het nulpunt. De melkveehouders zijn met een daling van bijna 9 punten hier precies op uitgekomen in het tweede kwartaal. Dat betekent dat optimisten en pessimisten hier elkaar in evenwicht houden.
Bron: Wageningen U&R