Werkloosheid gedaald
Geplaatst op 16 maart 2023
Het aantal werkenden van 15 tot 75 jaar nam in de afgelopen drie maanden met gemiddeld 17 duizend per maand toe. Als percentage van de totale bevolking (nettoarbeidsparticipatie) gaat het om 72,9. Dat percentage nam eind 2022 nog sterk toe, maar bleef in de eerste twee maanden van 2023 gelijk.
In februari hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,3 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat voornamelijk om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. In de maanden december tot en met februari is deze niet-beroepsbevolking met gemiddeld 9 duizend per maand afgenomen.
Eind februari 2023 verstrekte UWV 154 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat verschilt nauwelijks van het aantal WW-uitkeringen eind januari. Ten opzichte van een jaar geleden daalde het aantal WW-uitkeringen met bijna 34 duizend. Dat komt neer op een afname van 18 procent. In alle sectoren nam het aantal WW-uitkeringen af ten opzichte van februari 2022. De afname was met 46 procent het grootst in de horeca.
Werkloosheidspercentage 45- tot 75-jarigen op laagste niveau
In februari 2023 was 3,5 procent van de beroepsbevolking werkloos. Daarmee is de werkloosheid lager dan een half jaar geleden, maar nog steeds hoger dan in april 2022. Toen werd met 3,2 het laagste werkloosheidspercentage gemeten in de reeks met maandcijfers vanaf 2003.
Bij de 45- tot 75-jarigen was het werkloosheidspercentage in april 2022 2,3. In februari 2023 lag het percentage voor het eerst sinds de start van de reeks nog iets lager: 2,2. Bij de 15- tot 25-jarigen en de 25- tot 45-jarigen lag het percentage in februari 2023 hoger dan in april vorig jaar.
Toestroom werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking weer wat groter
In februari waren er 8 duizend werklozen minder dan drie maanden eerder (een daling van gemiddeld 3 duizend per maand). Deze daling is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien. De figuur daaronder geeft weer hoe die verschillende stromen zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld.
De plaatjes laten zien dat er twee stromen zijn die de werkloosheid kunnen doen afnemen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden, de tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken en zich terugtrekken van de arbeidsmarkt.
Er zijn ook twee tegengestelde stromen, die de werkloosheid kunnen doen toenemen. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen, en om mensen die niet actief waren op de arbeidsmarkt en op zoek gaan naar werk. Als die niet meteen werk vinden, worden ze werkloos.
In de afgelopen maanden is de werkloosheid afgenomen doordat het aantal werkenden dat werkloos werd kleiner was dan het aantal werklozen dat een baan vond. Het saldo hiervan kwam in februari uit op 45 duizend en is hiermee vrijwel even groot als in de maand hiervoor.
In februari bedroeg de toestroom van werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking per saldo 37 duizend. Dat is wat hoger dan in de laatste maanden van 2022, maar nog niet zo hoog als in de zomermaanden van 2022, toen het aantal werklozen toenam. Dat komt doordat de toestroom van werkzoekenden uit de niet-beroepsbevolking in de afgelopen paar maanden lager was dan in die zomermaanden en het aantal mensen dat stopte met zoeken naar werk juist nog wat hoger is dan toen.