Belgisch onderzoek naar schonere teelt van sla

Belgisch onderzoek naar schonere teelt van sla

In de intensieve kasteelt van kropsla kan de juiste identificatie van aanwezige bodempathogenen én de pas verworven inzichten in hun beschadigingskracht helpen om de slaplanten gezond groot te krijgen met minder pesticiden. Technieken als gewasrotatie, braak leggen, bodemontsmetting en geďntegreerde bestrijding kunnen werken als je heel precies weet wat er in welke hoeveelheid zit aan aaltjes en/of welke schimmels voorkomen. Dat is de conclusie van de Belgische wetenschapper Jolien Claerbout.

Kropsla is een belangrijk groente op de Belgische markt met een omzet van 27,1 miljoen euro in 2018. De Belgische productie wordt gekenmerkt door zware kroppen met een hoge kwaliteit. Sla wordt voornamelijk in grond in kassen geteeld in een intensief productiesysteem met tot vijf oogsten per jaar. Deze intensieve productie leidt echter tot een verhoogde kans op ziektes van verschillende bodemgebonden plantenpathogenen, waaronder schimmels, pseudo-schimmels en aaltjes.

De belangrijkste aaltjes in de slateelt beschadigen het wortelstelsel en verminderen de groei van de krop. Ook smet is een belangrijke ziekte in Belgische sla. Deze schimmels worden op dit moment hoofdzakelijk bestreden met chemische grondontsmetting en gewasbeschermingsmiddelen. Sinds 2015 wordt ook een schimmel in verschillende serres in België geobserveerd die ernstige verwelking veroorzaakt. Voor deze schimmel zijn momenteel geen effectieve beheersingsmaatregelen beschikbaar, waardoor het huidige productiesysteem onder druk komt te staan.

Ziektes in kassen worden dus grotendeels onder controle gehouden met gewasbeschermingsmiddelen, maar Europese richtlijnen nopen tot duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, en telers moeten beroep doen op geďntegreerde gewasbescherming. Bovendien wordt het gebruik van pesticiden in de sector met rasse schreden teruggedrongen. Dat maakt dat slatelers op zoek naar andere manieren om de ziekteverwekkers in de bodem de baas te blijven.

En daar is kennis voor nodig, over de identiteit en de eigenschappen van de ziekteverwekkers, over de effectiviteit van strategieën voor ziektebeheer en over de slateelt zelf. In haar doctoraatsonderzoek richtte Jolien Claerbout zich dus op de verspreiding van aaltjes, pseudo-schimmels en schimmels, verdiepte zich in de voor- en nadelen van een intensief slaproductiesysteem, en voerde sterkte-zwakteanalyses uit op pesticiden en biopesticiden.

Lees hier verder

Bron: ILVO / Vilt.be

Deel artikel