'Betere bescherming seizoensarbeiders'

"De coronacrisis heeft aangetoond dat grens- en seizoenarbeiders niet alleen onmisbaar zijn voor de land- en tuinbouwsector, maar ook dat ze in een kwetsbare situatie zitten", zegt Europees parlementslid Hilde Vautmans.

In totaal wonen en werken er meer dan 17 miljoen EU-burgers in een ander Europees land dan het land van hun nationaliteit. Seizoenarbeiders zijn niet alleen cruciaal voor de land- en tuinbouwsector, zoals tijdens de coronacrisis nog bleek, ook in andere belangrijke economische sectoren wordt met grensoverschrijdende werknemers gewerkt, denk maar aan de vleesverwerkende industrie.

De coronacrisis heeft volgens de liberale fractie in het Europees parlement aangetoond dat seizoenarbeiders heel wat problemen hebben ondervonden als gevolg van grenssluitingen en coronamaatregelen. "Er waren wel adviezen van de Europese Commissie die het vrije verkeer van cruciale werknemers moest waarborgen, toch is het zo dat heel veel seizoenarbeiders niet op de plaats van bestemming zijn geraakt", klinkt het.

Bovendien kwam aan het licht dat heel wat arbeidsmigranten die in de vleessector in de ons omringende landen tewerkgesteld zijn, besmet waren met het coronavirus. Zowel in Duitsland, Nederland als in Frankrijk bleek het virus wijd verspreid te zijn onder het personeel, voornamelijk toe te schrijven aan de arbeids- en leefomstandigheden van deze buitenlandse arbeiders. In Duitsland en Nederland werden zelfs slachthuizen gesloten.

"We hebben gemerkt dat de verschillende nationale wetgevingen en de beperkte coördinatie op het vlak van sociale zekerheid en bescherming ervoor gezorgd hebben dat er tijdens de coronacrisis discriminatie was tussen buitenlandse en nationale werknemers", legt Hilde Vautmans uit. Om die reden besliste het Europese parlement een resolutie aan te nemen die oproept om grens- en seizoenarbeiders in de toekomst beter te beschermen en goede werk- en leefomstandigheden te garanderen.

Bron: Goedemorgen