Bij minder nitraat een gelijke opbrengst in aardbei

Bij minder nitraat een gelijke opbrengst in aardbei

De eerste ervaringen van aardbeienteler Kees van Haperen met weerbaar telen waren positief. Samen met leverancier Klep en Koppert gaat hij nu het gebruik van biostimulanten en een aangepaste bemesting testen op een kwart van zijn areaal aardbeien. De nieuwe proef wordt een demonstratieproject.

Minder druk van ziekten en plagen stond hoog op het verlanglijstje van zachtfruitteler Kees van Haperen. Samen met zijn vrouw Rian heeft hij in Prinsenbeek een bedrijf met aardbeien, bramen, blauwe bessen en frambozen.

Na een lezing van Koppert over weerbaar telen te hebben bijgewoond, besloot Kees om samen met leverancier Klep een proef te doen in de aardbeien. "Ik heb veel last van Phytophthora en de uitval kan soms fors zijn. Daarom wil ik een gewas dat weerbaarder is tegen ziekten en plagen."

Een veel lagere EC
Het bedrijf is ingericht als proefbedrijf voor het Amerikaanse Driscoll's. Het heeft vier afdelingen van elk 825 vierkante meter en de nutriëntengift kan er per goot worden geregeld. Dat bood Van Haperen een uitgelezen kans om weerbaar telen goed te kunnen vergelijken met de standaard teeltwijze.

In een teelt met het ras Lusa gebruikte hij de aanpak van Koppert in zes goten. De gangbare vloeibare meststoffen, met name kalksalpeter, verving hij gedeeltelijk door de bodemverbeteraar Vidi-Funda, aangevuld met andere biostimulanten. De behandelde planten kregen bij het begin van de teelt Trianum en Vidi-Parva. Om het bodemleven te stimuleren en om een deel van de kalksalpeter te vervangen gebruikte Kees Vidi-Funda en een calciumkorrel, gedoseerd in de pot.

Voor extra energie op moeilijke momenten (heet weer, bij het begin van de bloei) kregen de planten Vidi-Terrum. Vidi Terrum bevat aminozuren die de plant als energiebron gebruikt, zodat hij bijvoorbeeld betere bloemen aanlegt of sneller herstelt na warm weer.

Lagere plaagdruk
"Het enige visuele verschil was dat de behandelde planten een fractie korter bleven dan de gangbaar geteelde planten", vertelt consultant Wim Voogt van Klep Agro. "Planten willen stikstof altijd onbeperkt opnemen. Maar hier werden de planten op rantsoen gezet. Er werd met een veel lagere EC geteeld: 0,9 ten opzichte van 1,5 normaal." De veel lagere gift aan NO3-stikstof resulteerde in minder uitgerekte cellen.

Kees van Haperen: "In hun groei en productie presteerden de behandelde planten even goed als de onbehandelde planten. Maar doordat de plantsappen minder stikstof bevatten, waren de planten onaantrekkelijker voor de plaaginsecten. De druk van wittevlieg en luis was dit jaar in al mijn aardbeien niet extreem, maar in de behandelde planten was hij duidelijk nog veel lager."

Beter bodemleven
Door het verminderen van NO3-stikstof, het verlagen van de EC en het toedienen van de plantaardige korrel Vidi-Funda krijgt het bodemleven de kans en het juiste voedsel om zich te ontwikkelen. Ellen Klein, consultant bij Koppert: "Het bodemleven levert een veel belangrijker aandeel in plantgezondheid dan tot nu toe werd gedacht, ook in kokos en veensubstraten. Dat zien we aan de opname van de mineralen: zelfs als het gewas in onze proeven van een bepaald mineraal veel minder krijgt toegediend, zien we toch een hogere opname. Door het bodemleven nog beter te voeden en te stimuleren verwachten we nog meer te kunnen bereiken in de aardbeienteelt. Zowel in plantgezondheid als opbrengst. We hopen dat deze nieuwe strategie ook de ziektedruk zal verlagen. We leren nog steeds en dat leidt continu tot verbeteringen."

Dynamisch bemesten
De verschillen in voedingstoestand werden bijgehouden met bladsapanalyses. Aan de hand van elke nieuwe analyse werd en wordt de N-gift steeds bijgesteld. Bevat de plant te veel stikstof, dan geeft Van Haperen minder N of verlaagt hij de EC. Als een analyse een tekort aan N zou aangeven (wat nooit is gebeurd), moet een extra gift Vidi-Terrum dat probleem oplossen.

"Het is letterlijk dynamisch bemesten", zegt Ellen Klein. "Je stuurt de voeding steeds opnieuw aan de hand van de meest actuele analyse. Zo krijgt de plant steeds precies wat hij nodig heeft. Niet meer en niet minder."

Ten slotte lijkt telen met minder stikstof ook een betere houdbaarheid van de vrucht op te leveren. "De vruchten hebben hetzelfde gewicht en zijn sterker", aldus Van Haperen.

Demonstratieproject
Inmiddels hebben Van Haperen, Klep en Koppert besloten om de proef in de aardbeien voort te zetten, maar nu op een hele afdeling van 825 vierkante meter. "De resultaten zijn zo goed dat we ze in een demonstratieproject gaan delen met onze klanten", zegt Wim Voogt.

Bron: Koppert Biological Systems

Deel artikel