Column Walter de Waal: Het nieuwe normaal bestaat niet
Geplaatst op 22 oktober 2020
Terwijl de glastuinbouw zich uit het omzetdal omhoog krabbelt, bereidt Nederland en de rest van de wereld zich voor op een tweede coronagolf. Het nieuwe normaal van de anderhalvemetersamenleving gaf ons deze zomer een deel van de vrijheid terug, maar nu blijkt het effect onvoldoende. Dus gaan we op zoek naar het volgende 'nieuwe normaal'. Benieuwd naar de uitkomst? Om eerlijk te zijn: ik niet.
Mijn opa was tuinder op Bijdorp in Loosduinen. Hij was succesvol ondernemer met een jong gezin toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De externe invloed op zijn onderneming was van het een op het andere moment ongekend groot. Hij kweekte nieuwe gewassen onder glas, waarmee hij creatief de richtlijnen van de bezetter omzeilde. De veiling werd buitenspel gezet en uit liefdadigheid hielp hij de buurt de hongerwinter door. De data die hij gebruikte kwamen uit de Enkhuizer Almanak.
Aanpassen aan nieuwe omstandigheden is iets wat ondernemers al eeuwenlang doen. Sterker nog: dat is wat ondernemers ondernemend maakt. Het tempo van de veranderingen, dat is nieuw. Er is meestal geen tijd om je erop voor te bereiden. Dat vraagt ondernemers en medewerkers die flexibel, wendbaar, creatief en innovatief zijn, in denken en doen. Professionals die technologieën en werkwijzen ontwikkelen of bestaande toepassen in andere omgevingen. Bij hogeschool Inholland leiden we deze professionals op voor de glastuinbouw en helpen we medewerkers in de bedrijven om zich continu te blijven ontwikkelen. Wij doen dat het liefst samen met de bedrijven en maken daarbij gebruik van vraagstukken waar de ondernemer op dat moment tegenaan loopt. En als meerdere ondernemers dezelfde uitdaging hebben, dan verbinden we die.
De toekomstvisie van mijn opa reikte tot aan de volgende teelt. Tegenwoordig richten we ons plan op de komende drie tot vijf jaar. Corona dwingt ons om externe invloeden nauwgezet te volgen en tussentijds snel te schakelen. Want morgen is er weer een nieuw normaal.
Bron: Goedemorgen