Ondernemers blijven negatief gestemd
Geplaatst op 15 augustus 2023
De gegevens voor dit onderzoek zijn in juli verzameld. Het CBS gebruikt vanaf juli 2023 een nieuwe methode voor de berekening van het ondernemersvertrouwen met teruglegging van de historische reeks. Meer informatie hierover is te vinden in dit achtergrondartikel. Vanaf eind 2021 tot eind 2022 daalde het ondernemersvertrouwen. Het cijfer herstelde zich in 2023 voorzichtig maar is nog steeds negatief.
In vrijwel alle bedrijfstakken is het ondernemersvertrouwen aan het begin van het derde kwartaal van 2023 negatief. Alleen ondernemers in de bedrijfstakken informatie en communicatie, en cultuur, sport en recreatie zijn licht positief gestemd. In deze bedrijfstakken en in de detailhandel is de stemming voor het derde kwartaal op rij verbeterd. In de bouwnijverheid en de verhuur en handel van onroerend goed is het vertrouwen het sterkst gestegen, maar nog steeds het laagst van alle bedrijfstakken. Het EIB berekent voor de bouwsector een eigen stemmingsindicator volgens de oude methode, deze is gedaald maar nog steeds positief. Het ondernemersvertrouwen is het sterkst gedaald in de autohandel en –reparatie en de groothandel en handelsbemiddeling.
Verwachtingen over inkooporders negatief en gedaald
De verwachtingen over de te plaatsen orders (inkooporders) zijn negatief en lager dan een jaar eerder. Aan het begin van het derde kwartaal van 2023 verwacht per saldo bijna 2 procent van de ondernemers een daling van de waarde van hun inkooporders voor de komende drie maanden. Een jaar eerder voorzag per saldo bijna 5 procent nog een stijging. Het is voor het eerst sinds begin 2021 dat het cijfer over de verwachte inkooporders negatief is.
Ook binnen de meeste bedrijfstakken zijn ondernemers negatiever of minder positief over de verwachte inkooporders dan een jaar geleden. De verwachtingen zijn het sterkst gedaald binnen de cultuur, sport en recreatie, de industrie en de autohandel en –reparatie. Bij laatstgenoemde bedrijfstak zijn ondernemers het meest negatief van alle bedrijfstakken; per saldo verwacht bijna 15 procent een daling van de inkooporders. Ondernemers in de horeca zijn ook minder positief dan een jaar geleden maar wel nog het meest optimistisch van alle bedrijfstakken; per saldo verwacht bijna 9 procent een stijging van de inkooporders.
Investeringsverwachtingen voor 2023 minder positief
Aan het begin van het derde kwartaal van 2023 verwacht bijna 17 procent van de ondernemers meer te investeren in het lopende jaar ten opzichte van 2022. Bijna 16 procent verwacht minder te investeren en de overige 67 procent verwacht evenveel te investeren. Per saldo verwacht dus bijna 1 procent een toename van de investeringen. Een jaar eerder verwachtte per saldo nog iets meer dan 7 procent van de ondernemers een investeringstoename. De investeringsverwachtingen zijn sinds begin 2021 niet meer zo laag geweest.
Binnen de meeste bedrijfstakken verwachten de ondernemers per saldo nog wel een toename van de investeringen. De verwachtingen lopen per bedrijfstak sterk uiteen en zijn bijna overal gedaald vergeleken met een jaar geleden. De investeringsverwachting is het sterkst gedaald in de horeca; per saldo verwacht bijna 8 procent minder te investeren. Een jaar geleden verwachtte in die bedrijfstak per saldo ruim 16 procent nog een toename. Ondernemers binnen de landbouw, bosbouw en visserij en de bouwnijverheid zijn het meest negatief gestemd over de investeringen voor het lopende jaar. Ondernemers in de cultuur, sport en recreatie zijn het meest positief gestemd.