Hoe komt kennis wetenschap bij ondernemers?

Hoe komt kennis wetenschap bij ondernemers?

Wetenschappelijke instituten als Wageningen University & Research ontwikkelen veel kennis die de praktijk vooruithelpt. Maar hoe komt die kennis bij de praktijk - dus de ondernemers - terecht? De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research deed een pilot met een masterclass: de Future Proof Toolbox. Bollenkwekers werden bijgepraat door onderzoekers over ontwikkelingen binnen vier thema's en kregen een praktische workshop over het maken van verdienmodellen. Doel: de ondernemers helpen hun onderneming 'future proof' te maken.

De masterclass Future Proof Toolbox zou live plaatsvinden, maar vond wegens de coronamaatregelen digitaal plaats. Onderzoekers van de WUR verzorgden de verschillende bijeenkomsten, die achtereenvolgens gingen over Bodem, Precisielandbouw, Robuuste rassen en Vitale teeltsystemen. Daarnaast werd tijdens de bijeenkomsten aandacht besteed aan het werken met het 'Business model canvas', de werkwijze voor het analyseren en ontwikkelen van verdienmodellen. Doel was de ondernemers niet alleen theoretische kennis te geven, maar ze ook te helpen die kennis te vertalen naar de praktijk of een businessmodel.

De pilot met de masterclass leverde veel goede inzichten op. Zo waren de deelnemende bedrijven - bollenkwekers - al goed op de hoogte van wetenschappelijke kennis. Dat komt doordat ze zelf vaak actief op zoek gaan naar die kennis, bijvoorbeeld als er een teeltprobleem optreedt. Tegelijk is wetenschappelijke kennis niet altijd zonder meer te vertalen naar de praktijk: die kennis moet vertaald worden, bijvoorbeeld naar nieuwe producten of toepassingen.

De pilot leert dus dat het bij elkaar brengen van wetenschap en praktijk niet altijd een kwestie is van alleen kennis uitwisselen tussen onderzoekers en ondernemers. Vaak is een extra stap nodig, bijvoorbeeld het vertalen van de wetenschappelijke kennis of het inventariseren naar welke praktische kennis ondernemers werkelijk op zoek zijn.

Bron: Wageningen U&R BU Glastuinbouw

Deel artikel