Hogere inkomens glastuinbouw in 2021

Hogere inkomens glastuinbouw in 2021

Akkerbouwers en glastuinders in de sierteelt hebben een goed jaar achter de rug. Ook melkveehouders zagen hun inkomen stijgen. Pluimveehouders en varkenshouders kampten daarentegen met een daling van hun inkomen ondanks de coronasteunmaatregelen van de overheid.

Dit blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van Wageningen Economic Research onder leiding van agrarisch bedrijfseconoom Harold van der Meulen: "In 2021 zien we ten opzichte van vorig jaar in veel land- en tuinbouwsectoren hogere opbrengstprijzen voor geleverde producten. Dat is mooi, maar desondanks staan in veel sectoren de marges onder druk door sterk gestegen prijzen van voer, energie en kunstmest. Hierdoor zien lang niet alle boeren en tuinders de hogere opbrengstprijzen terug in een beter inkomen."

Rekenen met onbetaalde arbeidsjaareenheid
Wageningen Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Agrarisch ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren nog de meeste arbeid zelf, maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als een aje. Wie minder werkt, is minder dan één aje. Wageningen Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen ook met elkaar te vergelijken.

Grote verschillen tussen sectoren
Akkerbouwers ontvangen hogere prijzen voor de meeste gewassen dan vorig oogstjaar. Ten opzichte van de andere bedrijfstypen bleef de toename van de kosten beperkt. Glastuinders in de sierteelt profiteren van gunstige marktomstandigheden doordat de vraag naar bloemen en planten van Nederlandse bodem toenam. De omzetstijging was voor het gemiddelde bedrijf ruimschoots voldoende om de flink gestegen kosten van met name energie, maar ook van arbeid en plantmateriaal, te compenseren.  

Bij de glasgroentebedrijven stegen de opbrengsten mee met de kosten, waardoor het gemiddelde inkomen gelijk blijft. Melkveehouders zien hun inkomen licht toenemen, vooral door een hogere melkprijs. Voor varkenshouders daalt het inkomen opnieuw door lagere prijzen van biggen en vleesvarkens en sterk opgelopen voerprijzen. Ook pluimveehouders ondervinden last van sterk gestegen voerprijzen en zien hun inkomen dalen, ondanks betere prijzen voor hun producten.

Het inkomen uit bedrijf in 2021 wordt voor een gemiddeld glastuinbouwbedrijf geraamd op € 293.000 per onbetaalde aje. Dit is ruim € 70.000 hoger dan in 2020 en € 80.000 boven het gemiddeld inkomen in de periode 2016-2020. Over het geheel genomen liggen de opbrengstprijzen op een hoger niveau dan vorig jaar, uitgezonderd enkele glasgroentegewassen. Wel hebben de glastuinders in 2021 last van de inkoopprijzen van aardgas en elektriciteit die vanaf de zomer sterk stegen. Dit leidt tot een aanzienlijke kostenstijging, maar ook tot een toename van opbrengsten uit de verkoop van elektriciteit voor bedrijven met een warmtekrachtinstallatie die energie verkopen. Omdat de energiemarkt dit jaar nogal heen en weer gaat en de energiecontracten voor in- en verkoop per ondernemer verschillen, is een voorspelling over de exacte gevolgen voor het kostenniveau op dit moment zeer lastig. Zowel binnen als tussen de drie onderscheiden subtypen (zie hieronder) is de inkomensontwikkeling verschillend, met een grote spreiding tot gevolg.

Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van snijbloemenbedrijven stijgt ten opzichte van 2020 met € 140.000 naar € 312.000. De huidige marktomstandigheden zijn gunstig voor in Nederland geteelde bloemen. Door hoge vrachtkosten en beperkte vrachtcapaciteit werd import bemoeilijkt. Tegelijkertijd bleek de vraag sterker te stijgen dan het aanbod. Er waren dit jaar geen tijdelijke aanvoerrestricties van de bloemenveiling ingesteld, waar vooral snijbloementelers in 2020 hinder van ondervonden. De toename in de opbrengsten was voor het gemiddelde bedrijf ruimschoots voldoende om de gestegen kosten te compenseren.

Het gemiddelde inkomen bij pot- en perkplantenbedrijven stijgt met circa € 70.000 tot € 242.000 per onbetaalde aje door hogere opbrengsten ondanks sterk gestegen kosten. De vraag naar potplanten is sinds de coronacrisis gegroeid. Sinds de coronacrisis werken mensen veel thuis. Een gezonde leefomgeving wordt belangrijk geacht en groene en bloeiende planten horen daarbij. Door de grote vraag naar planten zowel binnen- als buitenshuis stegen de prijzen met 10% vergeleken met 2020 en was de hoeveelheid verkochte producten groter.

Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van glasgroentebedrijven wordt in 2021 geraamd op ongeveer € 315.000, nagenoeg gelijk aan dat van vorig jaar. De hoogte van het inkomen is sterk afhankelijk van het type product, de afzetmarkt waar het bedrijf zich op richt en de energiepositie van het bedrijf. De tomatenteelt (belangrijkste gewas) heeft een redelijk tot goed jaar achter de rug. De gemiddelde prijzen (+25%) lieten herstel zien ten opzichte van 2020 en waren zelfs hoger dan in 2019. Na het coronajaar 2020 met sluitingen van de out-of-homekanalen en horeca waren de gevolgen voor deze afzetkanalen dit jaar milder, met een toenemende vraag tot gevolg. Het areaal tomaten nam in 2021 zowel in Nederland als ook bij de grote concurrent Spanje af. Ook stond de kilogramproductie dit jaar onder druk door verschuivingen in het assortiment tomaten, minder zonlicht en een virus dat tomaten aantast en daarmee ook de productie. Paprika- en komkommertelers kennen een minder goed jaar door gemiddeld lagere prijzen voor hun producten en gestegen kosten.

Bron: Wageningen U&R

Deel artikel