Klimaatmodel voor beheersing meeldauw
Geplaatst op 19 augustus 2021
De sporen van de meeldauw houden van vochtige omstandigheden: ze kiemen het beste bij een relatieve luchtvochtigheid (RV) van 80 procent. Het mycelium van meeldauw gedijt juist bij een lagere RV. Dit maakt de aardbei een uitstekende gastheer voor de ziekteverwekker. Een aardbei heeft namelijk een groot verschil tussen dag- en nachttemperatuur nodig om te groeien. Dit verschil zorgt voor een groot verschil in RV.
Klimaat voor de schimmel
In 2020 startte WUR een onderzoek naar de beste klimaatstrategie voor aardbeien om meeldauw te voorkomen. Het onderzoek richt zich op de 'grenslaag' tussen het aardbeiblad en de vrucht. Dit is de plek waar een besmetting met meeldauw begint. In het onderzoek zijn drie rassen onderzocht: deze rassen variëren in gevoeligheid voor de schimmel.
Voor het onderzoek zijn in de WUR-kas in Bleiswijk sensoren en meetkasten geplaatst: enkele meters boven het gewas, in het gewas en bij de grenslaag. Daarnaast wordt het gewas wekelijks gescout op meeldauw. Hierdoor is bekend in welk klimaat de schimmel de grootste kans heeft om zich te verspreiden.
Nieuwe teeltstrategie
In een vervolgonderzoek werden planten geďnfecteerd in klimaatkamers met verschillende klimatologische omstandigheden (verkregen uit het onderzoek in de kas). De ontwikkeling van de schimmel wordt gevolgd van kieming tot sporulatie. Het uiteindelijke doel is het ontwikkelen van een model voor een teeltstrategie. Met dit model kunnen telers de beste strategie bepalen om meeldauw te voorkomen en energie te besparen op basis van de omstandigheden in hun teelt. De eerste versie van dit model wordt naar verwachting eind 2021 opgeleverd.
Dit project wordt gefinancierd door het programma Kas Als Energiebron.?