Meer starters op werkvloer

Meer starters op werkvloer

Het aantal mensen met een nieuwe baan is in het afgelopen jaar gestegen. In het eerste kwartaal van 2022 waren er ruim 1,9 miljoen werkenden die korter dan twaalf maanden terug met hun nieuwe baan waren gestart. Dat zijn er bijna 400 duizend meer dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en Eurostat.

De toename van de nieuwkomers geldt vooral voor werknemers, en in mindere mate voor zelfstandigen. Het gaat zowel om mensen die (opnieuw) beginnen met werken als om mensen die van baan zijn gewisseld. De nieuwkomers namen toe in een periode waarin de werkgelegenheid in Nederland sterk groeide.

Hoewel er meer werkenden zijn die korter dan twaalf maanden geleden aan de slag gingen met nieuw werk, zijn er juist minder mensen die één tot twee jaar in hun huidige baan werken. Mensen die al langer dan twee jaar op hun plek zitten, veranderden in aantal relatief weinig.

Relatief veel jongeren onder de nieuwkomers
In het eerste kwartaal van 2022 hadden 792 duizend jongeren een baan waarin ze minder dan een jaar eerder waren begonnen. Dat zijn ruim 4 van elke 10 werkenden met een nieuwe baan. Bij bijna 55 procent van de jongeren was dit een baan van minder dan twintig uur per week, en 25 procent had een voltijdbaan. Ook in oudere leeftijdsgroepen waren er meer werkenden met nieuw werk. Bij 25-plussers was 12 procent van de nieuwkomers voor minder dan twintig uur per week aan de slag en 53 procent in een voltijdbaan.

Meer starters in meeste EU-landen
De toename van het aantal starters gold voor de meeste EU-landen, waar net als in Nederland het totaal aantal werkenden veelal sterk groeide. Van deze landen zijn er enkel cijfers over de werkzame beroepsbevolking die in de afgelopen drie maanden startte. In het eerste kwartaal van 2022 had in de EU gemiddeld 4,1 procent een baan die in de afgelopen drie maanden begon. Een jaar eerder was dat nog 3,6 procent. Binnen de EU was, na Finland, het percentage nieuwkomers op de werkvloer in Nederland met 6,1 het hoogst.


Bron: Goedemorgen

Deel artikel