Minst stabiele loopbanen lager opgeleide jongeren
Geplaatst op 01 september 2022
Loopbanen van jongvolwassenen verlopen deels dynamisch. Beschrijvingen van arbeidsposities naar leeftijd suggereren een rechtlijnige ontwikkeling, waarin steeds meer werkenden een vast contract krijgen en steeds minder mensen een tijdelijk contract of geen werk hebben. Op individueel niveau verlopen loopbanen niet altijd rechtlijnig, maar vaak veel dynamischer.
Er wordt in veel loopbanen flink gewisseld tussen de verschillende arbeidsmarktposities - in dat geval heeft een lijn veel opeenvolgende verschillende kleuren. Het komt bijvoorbeeld regelmatig voor dat mensen op een bepaald moment een vast contract hebben, maar na verloop van tijd een flexibel contract hebben of misschien niet werkzaam zijn. Zo heeft een flink deel van de mensen die bij aanvang een vast contract hebben uiteindelijk geen vast contract meer.
Van degenen die op hun 23e niet werkzaam zijn is bijna een derde de gehele periode tot hun 32e niet werkzaam, maar heeft een deel ook tussendoor een vaste of flexibele baan. Een deel van de jongeren van 23 jaar volgt nog voltijds onderwijs, en gaat aan het werk op latere leeftijd, vaak eerst via een flexibel contract.
Hoger opgeleiden meest stabiele loopbanen
Onder lager opgeleiden blijft het aandeel mensen met een vast contract redelijk stabiel door de tijd, terwijl bij middelbaar en hoger opgeleiden het aandeel mensen met een vast contract door de tijd toeneemt. Bij lager opgeleiden is ook te zien dat het aandeel flexibele contracten afneemt en het aandeel niet-werkend toeneemt. Dat doet vermoeden dat een deel van de flexwerkers na verloop van tijd zijn baan kwijtraakt.
Verschil tussen mannen en vrouwen
Tot slot zijn er ook verschillen tussen mannen en vrouwen in hun loopbanen. In het algemeen blijven mannen iets langer onderwijs volgen dan vrouwen. De loopbanen van mannen en vrouwen verschillen het meest onder lager opgeleiden. Langdurig niet werken komt het vaakst voor onder lager opgeleide vrouwen. Ook maken lager opgeleide vrouwen vaker de transitie van vast of flexibel werk naar niet-werken. Onder middelbaar opgeleide vrouwen komt die transitie een stuk minder vaak voor, en onder hoger opgeleide vrouwen vrijwel niet. Onder hoger opgeleiden zijn er juist weinig significante verschillen tussen de loopbanen van mannen en vrouwen.
Bron: Goedemorgen