Nederlandse economie kromp in 2020 harder dan ooit

Nederlandse economie kromp in 2020 harder dan ooit

De Nederlandse economie is vorig jaar met 3,8 procent gekrompen, de grootste krimp die ooit is gemeten. De daling was dus ook groter dan de 3,7 procent krimp in 2009, het eerste volle jaar van de kredietcrisis. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag heeft gepubliceerd.

Tevens blijkt de lockdown die in het laatste kwartaal van vorig jaar is ingevoerd relatief weinig invloed op de economie te hebben gehad.

In de laatste drie maanden van vorig jaar moesten eerst restaurants en cafés dicht, in oktober, waarna medio december ook de niet-essentiële winkels hun deuren moesten sluiten. Hoewel dit voor de getroffen sectoren een enorme impact heeft, bleef de krimp van de gehele economie in het laatste kwartaal beperkt tot 0,1 procent ten opzichte van het kwartaal ervoor.

Dat de krimp zo beperkt bleef in het vierde kwartaal, kwam onder meer doordat de invoer en uitvoer van goederen en diensten steeg. Ook de investeringen liepen op. Dat dempte de gevolgen van het feit dat huishoudens 1,4 procent minder uitgaven door de lockdown.

De pijn zat dit jaar vooral in het tweede kwartaal. Toen was sprake van de grootste krimp ooit gemeten in een kwartaal: -8,5 procent. Meteen daarna kwam de grootste groei ooit gemeten: +7,8 procent. In het laatste kwartaal van dit jaar stabiliseerde de economie, wat uiteindelijk resulteerde in een krimp over het gehele jaar van 3,8 procent.

Dat kwam vooral doordat consumenten flink minder uitgaven (-6,6 procent). Ze gaven minder geld uit aan onder meer de horeca, reizen, kleding en culturele evenementen. Aan voeding, woninginrichting en elektrische apparaten is juist meer gespendeerd.
Horeca, cultuur en recreatie kregen dreun

Voor de horeca was de klap vorig jaar groot. De sector droeg 41 procent minder bij aan de economie dan het jaar ervoor. De sector cultuur, recreatie, sport en overige diensten droeg 24,5 procent minder bij. Dan gaat het onder meer om festivals, sportwedstrijden en theatervoorstellingen.

Ook de invoer en uitvoer van goederen en diensten droeg minder bij, al bleef het relatief beperkt tot een krimp van respectievelijk 4,5 en 4,3 procent. Dit kwam onder meer doordat er minder buitenlandse toeristen naar Nederland kwamen en doordat er minder handel was in transportmiddelen en olieproducten.

Het statistiekbureau benadrukt dat bovenstaande cijfers zijn gedaan op basis van de op dit moment beschikbare cijfers. Daarnaast zijn de berekeningen door de omstandigheden onzekerder dan in andere jaren. Op vrijdag 26 maart komt het CBS met een tweede berekening.

Bron: Nu.nl

Deel artikel