'Normen bestrijdingsmiddelen voedsel veel te soepel'
Geplaatst op 10 februari 2020
Dat onderzoek, uitgevoerd in 2018, is december 2019 gepubliceerd. Hun conclusie: bij het vaststellen van de wettelijke normen gaat het niet primair om de volksgezondheid, maar vooral om de gangbare landbouwpraktijk.
Neem bijvoorbeeld het insecticide imidacloprid, zegt Buijs."In potjes baby- en peutervoeding mag per bestrijdingsmiddel 0,01 milligram per kilo voedsel zitten. In een liter slootwater mag 0,0000083 milligram imidacloprid zitten. En in tarwe mag 1 milligram van de insecticide deltamethrin zitten. Terwijl de norm voor oppervlaktewater 322 miljoen keer lager is."
Hoe is dit enorme verschil te verklaren? De normen voor oppervlaktewater zijn opgesteld door ecologen, legt Buijs uit. Die ecologen hebben onderzocht bij welke concentraties verschillende soorten waterorganismen doodgaan of ziek worden. "Voor voeding gaat dat anders. Als we de normen te streng maken, kunnen de meeste bestrijdingsmiddelen niet meer worden gebruikt. Dus wordt er gegoocheld met rekenmodellen, om tot voor de landbouw aanvaardbare hoeveelheden te komen."
Inconsequent
Daarnaast zijn de huidige normen zeer inconsequent, zegt Mantingh. "In een kilo spinazie, sla of komkommer mag 50 milligram van antischimmelmiddel boscalid zitten, in een kilo aardbeien 6 milligram en in een kilo appels en sinaasappels slechts 2 milligram. Van de insecticide thiacloprid is in sinaasappels en druiven 0,01 milligram per kilo toegestaan, terwijl in aardbeien, sla of paprika 100 keer zoveel mag zitten."
Verder wordt bij toelating niet gekeken naar stapeleffecten, stellen Buijs en Mantingh. Wat betekent het als je iedere dag een heel leven lang een lage dosis binnenkrijgt? En wat is het effect van allemaal verschillende middelen bij elkaar opgeteld? Op aardbeien kunnen 8 tot 9 soorten chemische middelen zitten.
Reactie RIVM
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) laat weten dat de maximaal toegestane hoeveelheden bestrijdingsmiddelen op voedsel worden vastgesteld op basis van 'goede landbouwpraktijken', die worden afgezet tegen gezondheidskundige grenswaarden. De residunormen worden door de Europese Commissie vastgesteld voor alle lidstaten.
Bron: AgriHolland/Trouw
Meer nieuws