Kostenstijgingen worden vaak niet doorberekend

Kostenstijgingen worden vaak niet doorberekend

Drie kwart van de bedrijven geeft aan dat ze hogere kosten niet (geheel) kunnen doorberekenen aan klanten. Een verwachte verslechtering van de concurrentiepositie is de meest genoemde reden voor het niet volledig doorberekenen van kostenstijgingen. Het merendeel van de ondernemers geeft aan dat de schuldenlast niet is verzwaard vergeleken met een jaar eerder. Wel geeft 5 procent van de ondernemers aan dat hun schuldenlast problematisch is. Dit meldt het CBS op basis van de Conjunctuurenquête Nederland, die wordt gehouden in samenwerking met KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW.

De gegevens voor dit onderzoek zijn begin april 2023 verzameld bij niet-financiële bedrijven met minimaal 5 werkzame personen.

Voor bijna 28 procent van de bedrijven is een verwachte verslechtering van de concurrentiepositie de belangrijkste reden om kostenstijgingen niet volledig door te berekenen. 20 procent van de bedrijven verwacht (veel) minder te verkopen bij het volledig doorberekenen van kostenstijgingen. Ook is er een groot deel van de bedrijven (23 procent) dat aangeeft dat prijzen of afspraken over prijsstijgingen vastliggen in contracten. Daardoor kunnen kostenstijgingen niet of deels worden doorberekend. Circa een kwart van de bedrijven geeft aan geen kostenstijgingen te ervaren of kan deze volledig doorberekenen.

Het merendeel van de bedrijven beoordeelt hun schuldenlast als lager of ongeveer even hoog als vorig jaar. Voor bijna 95 procent van de bedrijven is de schuldenlast dragelijk. Ruim 5 procent van de bedrijven beoordeelt de schuldenlast als problematisch.

Een hogere schuldenlast is niet voor alle bedrijven problematisch. Bijna 11 procent van de bedrijven geeft aan dat de schuldenlast hoger is dan vorig jaar en dat de omvang van de schuldenlast niet problematisch is. Ruim 2 procent van de bedrijven zegt dat de schuldenlast hoger is en dat de schuldenlast wel problematisch is.

In veel branches van het niet-financiële bedrijfsleven oordelen bedrijven dat hun schuldenlast lager is geworden ten opzichte van april 2022. Naast de delfstoffenwinning gaven bedrijven in specialistische zakelijke diensten, bouwnijverheid, en vervoer en opslag per saldo vaak aan dat hun schuldenlast is afgenomen. Alleen in de verhuur en handel van onroerend goed, zagen per saldo meer ondernemers de schuldenlast toenemen. Ondanks die toename beoordeelden de meeste ondernemers de schuldenlast als dragelijk.

Vergeleken met andere sectoren is in de horeca en overige dienstverlening het percentage bedrijven dat de schuldenlast beoordeelt als problematisch, het grootst. In de horeca is de schuldenlast voor ruim 13 procent van de bedrijven problematisch. In de overige dienstverlening geldt dit voor ruim 10 procent van de bedrijven.

Bron:

Deel artikel