Relatief goed jaar voor de land- en tuinbouw
Geplaatst op 08 december 2023
Na een daling van de productie van de land- en tuinbouwproductie vorig jaar stonden dit jaar wederom veel subsectoren onder druk. Zo liggen de akkerbouwvolumes lager vanwege de vele regen, waardoor er minder aardappelen gerooid konden worden. De sier- en glasgroenteteelt kampt met hoge en volatiele energieprijzen en de varkensstapel krimpt. De melkaanvoer steeg dit jaar wel en heeft zich inmiddels hersteld na een forse daling in 2021 en 2022.
De lagere volumes in de land- en tuinbouw leidden tot relatief hoge prijzen voor veel agrarische producten. Zo hebben de prijzen in de varkenshouderij dit jaar een zeer hoog niveau bereikt en zijn ook de prijzen voor vleeskuikens, glasgroente en akkerbouwproducten stevig. De melkprijzen zijn als gevolg van de hogere aanvoer en tegenvallende vraag dit jaar wel gedaald en liggen een stuk lager dan het hoogtepunt in 2022.
Kosten gedaald, maar nog op hoog niveau
Tegelijkertijd zijn de kosten juist gedaald. De prijzen voor veevoer, kunstmest en energie daalden namelijk ten opzichte van een eerder hoogtepunt. De goede prijzen en lagere kosten resulteren in een relatief gunstig jaar voor de land- en tuinbouw is. Niet zo vreemd dus dat het sentiment dat gemeten wordt door Wageningen Universiteit onder land- en tuinbouwers positief is. Echter, als de ondernemers gevraagd wordt om verder de toekomst in te kijken draait dit sentiment en zijn de meeste ondernemers juist negatief gestemd over hun bedrijfsvoering.
Onzekerheid
Wageningen Universiteit geeft geen verklaring bij de resultaten, maar een deel van de ondernemers is vermoedelijk negatief gestemd doordat de sector onder druk staat als gevolg van de vele verduurzamingsopgaven, zoals het stikstofbeleid en de verbetering van de waterkwaliteit. Het uitblijven van duidelijkheid over stikstof en in de vorm van een landbouwakkoord zorgt voor onzekerheid. In juni dit jaar werd namelijk duidelijk dat het landbouwakkoord er voorlopig niet zou komen. Dit akkoord had duidelijkheid moeten geven over de duurzame en toekomstbestendige ontwikkeling van de landbouw richting 2040. Nu de verkiezingen net zijn geweest en de coalitie zich nog moet vormen, is het onduidelijk hoe lang de periode van onzekerheid voor agrarische ondernemers nog duurt.
Sierteelt
Na een volumedaling van 5,4 procent in 2022, zullen dit jaar naar verwachting van ABN AMRO de volumes met 5 procent dalen. Een aantal bedrijven is eind vorig jaar gestopt met de teelt van bloemen en planten en andere bedrijven hebben hun teeltstrategie aangepast door minder te belichten, later te planten of over te stappen op gewassen die minder energie-intensief zijn. Het gevolg van de stoppers en de aangepaste teeltstrategie werkt ook dit jaar door in de productievolumes, met name in de eerste helft van dit jaar.
Na 2023 verwacht ABN AMRO een stijging van de volumes. Een aantal redenen ligt hier aan ten grondslag. Allereerst verwacht ABN AMRO geen enorme volatiliteiten in de gasprijs voor volgend jaar. Veel tuinders hebben bij een lagere gasprijs weer contracten afgesloten. Dit betekent dat telers minder beperkt zullen belichten en dus weer meer zullen produceren. Dit heeft als bijkomend voordeel dat in sommige gevallen ook de gevraagde kwaliteit weer geleverd kan worden. Voor afnemers is het immers belangrijk om constante kwaliteit te krijgen. In het voorjaar van 2024 zullen de volumes dan ook toenemen, verwacht ABN AMRO. Ten tweede hebben verschillende bedrijven geïnvesteerd in verduurzaming van de teelt, bijvoorbeeld met behulp van ledverlichting en ontvochtigers. Deze telers zullen weer volop kunnen produceren. Met name modernere grote bedrijven die ruimte hebben om te investeren hebben dan een streepje voor.
Of de volumes weer helemaal terugveren naar het niveau van voorheen is nog maar de vraag. Het areaal voor land- en tuinbouw staat onder druk en concurreert met woningbouw, recreatie en natuur. Dit geldt tot op zekere hoogte ook voor het sierteeltareaal. Hierdoor zal het areaal niet veel groter worden en misschien zelfs licht krimpen. Intensievere teelt kan nog wel voor een hogere productie zorgen, maar verduurzaming kan door extensivering juist leiden tot lagere volumes. Daarnaast zijn de productievolumes afhankelijk van de vraag. Voor nu lijkt de vraag ondanks de lagere koopkracht nog wel in lijn met het beschikbare aanbod. De prijsvorming is immers redelijk goed. Voor 2024 blijft nog onzekerheid bestaan. ABN AMRO verwacht dat het beschikbare inkomen in de Europese Unie naar verwachting in 2024 zal toenemen. Daar staat tegenover dat de werkgelegenheid volgend jaar naar verwachting afneemt en de steun tijdens de energiecrisis is gegeven wordt afgebouwd. Onder de streep gaat het dus om slechts een magere groei.
De detailhandel is bovendien terughoudend in het doen van grote orders, omdat ze niet met overtollige voorraad willen blijven zitten. Ook in veel belangrijke afzetlanden als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland is dit het geval. Verder heeft de geopolitieke situatie in Oekraïne en het Midden-Oosten effect op de vraag naar snijbloemen. Daarnaast kan duurzaamheid een belangrijkere rol spelen in de aankoopbeslissingen van consumenten. Met name snijbloemen en bloembollen komen hiermee regelmatig negatief in het nieuws. Transparantie in productiemethode en gebruik van gewasbescherming kunnen helpen om de positie in de markt en bij de consumenten te behouden.
Glasgroente
Na een flinke volumedaling in 2022 krijgt de glasgroentetuinbouw dit jaar nogmaals met een daling te maken. De belangrijkste reden hiervoor is het feit dat een aantal ondernemers gestopt zijn en meerdere ondernemers afgelopen winter niet of nauwelijks belicht hebben. Dit komt door de hogere energieprijzen begin dit jaar. Doordat de gasprijzen nu lager liggen en minder volatiel zijn verwacht ABN AMRO wel dat de productie in 2024 weer zal toenemen. Het areaal en daarmee de teelt zal wel lager blijven dan voor de energiecrisis, doordat niet het gehele areaal van de stoppers is overgenomen door andere bedrijven. Hoewel het kilogram geproduceerd product lager ligt, hebben veel glasgroentetelers wel een goed jaar. Allereerst heeft de beperking van de productie namelijk geleid tot hogere prijzen van glasgroente, zoals aubergine, paprika’s en tomaten. Over het hele jaar genomen liggen vrijwel alle glasgroenteprijzen op een hoog niveau. Wel ligt de prijs van komkommers nu weer een stuk lager na een piek aan het begin van dit jaar.
Daarnaast hebben de glastuinders profijt gehad van het verschil tussen de gas- en elektriciteitsprijzen. Deze zogeheten sparkspread levert glastuinders geld op, omdat zij via Warmte Kracht Koppelingen (WKK’s) elektriciteit opwekken en aan het net terug leveren om het elektriciteitsnet stabiel te houden. De geproduceerde warmte wordt in de kas gebruikt. Hierdoor zal het inkomen van groenteglastelers redelijk op peil blijven. Met name de grotere moderne bedrijven die hebben geïnvesteerd in WKK’s en verduurzaming zullen in staat zijn geweest een goed inkomen te realiseren dit jaar. Deze ondernemers realiseren niet alleen een hoger inkomen door het opwekken van elektriciteit, maar ook door het verlagen van de kosten. Zij kunnen namelijk efficiënter produceren. Het voordeel dat modernere bedrijven hebben ten opzichte van bedrijven die minder in verduurzaming hebben geïnvesteerd zal de komende jaren verder toenemen.
De vraag naar glasgroente zal op peil blijven. Volgend jaar verbetert de koopkracht, zo verwacht ABN AMRO, en gezondere voeding zal ook de komende jaren een thema blijven voor consumenten; twee factoren die een positieve invloed hebben op de vraag naar glasgroente. De toename van de volumes kunnen mogelijk de prijs wat drukken. Daar staat tegenover dat een aantal kosten juist stijgt. Zo nemen de arbeidskosten toe, is de rente gestegen en krijgen de glastuinders te maken met een mogelijke een lastenverzwaring als gevolg van duurzaamheidswetgeving. Andere kosten, zoals van kunstmest en gas, liggen juist weer lager en zullen minder volatiliteit vertonen.
Verduurzamingsopgave
De glastuinbouw staat voor een grote opgave om te verduurzamen. De sector komt, net als veel andere energie- intensieve sectoren, steeds meer onder maatschappelijke druk te staan om minder fossiele energie te gebruiken. Deze druk komt in de vorm van overheidsmaatregelen die het verlaagde tarief afbouwen en de vrijstelling voor elektriciteitsopwekking beperkt. Voor ondernemers betekent dit een lastenverzwaring. Aan de andere kant bieden subsidieregelingen ruimte voor investeren in energie-efficiënte kassen en gebruik van hernieuwbare energie.