Afstudeeronderzoek over bijvoerstrategie roofmijt

Afstudeeronderzoek over bijvoerstrategie roofmijt

Toen Chris Krijger afgelopen jaar een stageplek voor zijn afstudeerstage en -onderzoek zocht, kwam hij op de tuin van zijn vader in contact met een medewerker van Van Iperen. Fast forward naar de dag van vandaag zit hij samen met locatiemanager Jochem den Bleker aan tafel bij MG Grand Monster. Samen vertellen ze over zijn afstudeeronderzoek naar verschillende bijvoerstrategieën voor Transeius montdorensis in chrysant.

Chris zit in het laatste jaar van de opleiding Tuinbouw & Agribusiness van Hogeschool Inholland in Delft. “Om af te studeren moet ik een kwantitatief onderzoek uitvoeren. Ik mocht zelf de keuze maken welke kant ik op wilde. Ik wist dat ik graag iets met biologische gewasbescherming wilde doen. Bij Van Iperen lag dit onderzoek al klaar om uitgevoerd te worden. Uiteindelijk heb ik dan ook gekozen voor een stage  bij Van Iperen.” Bijkomend voordeel is dat de chrysantenteelt niet vreemd is voor Chris. Zijn vader teelt namelijk chrysanten en asters. “Hierdoor wist ik al een beetje wat ik kon verwachten. Dat is wel makkelijk met bijvoorbeeld het uitzetten van de roofmijten.”

MG Grand
Jochem heeft 5 jaar geleden dezelfde opleiding afgerond en is nu locatiemanager bij MG Grand in Monster. “Naast deze locatie hebben we ook een tuin in Ridderkerk en is U-Grand erbij gekomen. Op deze locatie telen we 11 hectare Baltica troschrysanten. Ik ben verantwoordelijk voor onder andere de teelt, arbeid en afzet. De onderzoeken die gedaan worden vallen ook onder mijn verantwoordelijkheid, maar worden uitgevoerd door Van Iperen. In dit geval dus door Chris.”

Onderzoek
In het onderzoek van Chris worden verschillende bijvoerproducten voor de roofmijt Transeius montdorensis vergeleken. 9 objecten in totaal. In 5 objecten worden verschillende bijvoerproducten volgens het etiket toegepast. In het 6e object wordt een dubbele dosering van één van de producten toepast. Bij de laatste 3 objecten worden combinaties van verschillende producten toegepast. Gedurende 8 weken worden in totaal 4 gewasscoutingen en 2 gewasspoelingen uitgevoerd om het aantal aanwezige roofmijten te tellen. Daarnaast wordt er ter indicatie het aantal trips geteld. “Uiteindelijk zetten we de roofmijten in om de tripsdruk omlaag te krijgen, maar in dit onderzoek tellen we die alleen ter indicatie. Het is nog vroeg in het seizoen waardoor er nog niet veel trips zijn en de tripsdruk kan door de kas heen ook verschillen. Daarom kunnen we de bijvoerstrategie niet beoordelen aan de hand van het aantal trips.”

Telen in de toekomst
Het vinden van een efficiënte bijvoerstrategie is voor Jochem onderdeel van het effectief inzetten van de biologische gewasbescherming. “Uiteindelijk is het doel om zo min mogelijk chemische gewasbescherming te gebruiken. We zijn hier al mee bezig door regelmatig gewasscoutingen te doen om het gewas pleksgewijs te kunnen behandelen. Daarnaast zijn we bezig met een proef waarin we de rupsen intensief monitoren met behulp van feromonen en doen we proeven met betrekking tot het weerbaar telen.”

Voor een toekomstbestendige sector is er niet alleen onderzoek naar vernieuwing nodig, maar ook jonge tuinders. Daarom is Jochem extra blij dat studenten zoals Chris onderzoek doen in zijn bedrijf: “Het is goed dat er onderzoek wordt gedaan; die jonge gasten zijn helemaal goud in de tuinbouw. Dat is toch onze toekomst. Vandaar ook dat we jaarlijks studenten stage laten lopen binnen MG Grand.”

Wat Chris zelf in de toekomst wil gaan doen weet hij nog niet precies. “Ik vind het tof dat ik nu een andere schakel van de keten beter leer kennen. Ik wil na mijn opleiding niet meteen beginnen in het bedrijf van mijn vader, maar mijn hart ligt toch wel in de sierteelt.”

Bron: Van Iperen

Deel artikel