Ook Genap in Club van 100

Ook Genap in Club van 100

De Club van 100 van Wageningen University & Research, BU Glastuinbouw en Bloembollen is samen met bedrijven altijd op zoek naar nieuwe oplossingen voor de glastuinbouwsector. Een online berichtje over '70 jaar wateropslag in de tuinbouw' was begin vorig jaar aanleiding voor Jan Willem de Vries, founding father van de Club van 100, om contact te zoeken met Genap.

Genap is gespecialiseerd in folieconstructies op maat voor de agrosector. Naast de land- en tuinbouw is het bedrijf ook actief in andere sectoren zoals grond-, weg- en waterbouw. Daarnaast houdt men zich bezig met drinkwateropslag en sanitatie in derdewereldlanden. De nieuwe folieconstructies met zonnepanelen bieden nieuwe kansen voor de tuinbouw, maar ook voor de utiliteitsbouw.

"De Club van 100 is een ketenbreed netwerk van vooral internationaal opererende bedrijven. Genap gelooft in het opbouwen van sterke en duurzame netwerken. Dit is dan ook misschien wel de belangrijkste reden waarom wij zijn aangesloten als lid van de Club van 100", zo zegt Dick van Regteren, directeur en eigenaar van het bedrijf.

Kennisontwikkeling bij Genap
Naast dat er met elkaar gewerkt wordt aan nieuwe kennisontwikkeling vinden wij als Genap het belangrijk om snel met elkaar dingen uit te kunnen proberen. Na een kwartier praten werden de eerste projecten al direct bedacht en besproken. Dit heeft ervoor gezorgd dat op het eerste onderzoeksproject in Bleiswijk ligt wat deels is gefinancierd met het B2B-budget uit de Club van 100.

Energy Cover
Het gaat dan over het testen en monitoren van een door Genap (in samenwerking met TNO en HyET) ontwikkelde Energy Cover voor op waterbassins. Om algengroei en vervuiling tegen te gaan worden waterbassins veelal afgedekt middels een drijfzeil. Door (flexibele) zonnecellen op een drijfzeil te bevestigen, wordt het mogelijk om elektriciteit op te wekken. De schaarse ruimte bij een (tuinbouw)bedrijf wordt zo dubbel benut: voor wateropslag en voor opwekking van energie.

Op het drijfzeil zijn ultradunne, flexibele zonnecellen aangebracht, die onder een hoek van 8° naar de zonzijde zijn gericht. Tussen de rijen met drijvers en zonnepanelen zijn telkens enkele centimeters vrijgehouden, zodat het eenvoudig is uit en op te rollen. Nu zijn zonnepanelen boven een waterbassin niet nieuw. Tot nu toe bestaan de drijvende solarinstallaties op bassins uit starre kristallijne zonnepanelen, die op stijve frames gemonteerd zijn. Zolang er geen onderhoud aan het bassin hoeft te worden gepleegd, werkt een dergelijke constructie prima. Maar als de folie vervangen moet worden dient de installatie volledig ontmanteld te worden. Met het systeem wat nu in Bleiswijk gemonitord wordt, gaat dat een stuk eenvoudiger. Het is de bedoeling om het systeem 2-3 jaar te monitoren.

Bron: Wageningen U&R BU Glastuinbouw

Deel artikel