'Paprikatelers hebben veel baat bij alleseter'
Geplaatst op 02 maart 2020
De meeste paprikatelers starten met een chemische spuitcyclus en zetten daarna roofmijten uit. Omdat veel chemische middelen zullen wegvallen, wordt de bestrijding van bladluis, tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) en rupsen steeds lastiger. John: "De roofwants Macrolophus is polyfaag. Dat betekent dat hij alles eet. Daardoor is hij heel geschikt om verschillende plagen onder controle te houden. In de tomatenteelt wordt dat al met succes gedaan."
Tussen week 7 en week 15
De juiste timing is belangrijk, vertelt de Biobest-adviseur. "Deze roofwants is erg gevoelig voor veel chemische middelen, dus het is belangrijk om rekening te houden met de nawerking van de spuitcyclus. Je moet hem dus niet te vroeg na de start van de teelt inzetten. Ook niet te laat, want hij heeft tijd nodig om een populatie op te bouwen. Tussen week 7 en week 15 is ideaal."
Bijvoeren is een must
Bijvoeren van Macrolophus-System is een must voor een goede opbouw. "Wij adviseren om bij de introductie Nutrimac™ bij te voeren. Dat zijn gesteriliseerde, eiwitrijke Ephestia-eitjes. Ook Nutrimac-Plus is mogelijk: dat bevat naast Ephestia-eitjes ook Artemia, cysten van pekelkreeftjes. Later in de teelt gaan de meeste telers 100% over op Artemia. Zo zijn de omstandigheden ideaal om Macrolophus te laten slagen. Bijvoeren kan in voerrijen, door te strooien of te verblazen", vertelt John.
Hele seizoen profijt van
Als de populatie van Macrolophus zich goed opbouwt, heeft de paprikateler daar het hele seizoen profijt van. John van Eijk: "In de zomer zien we soms verschillende roofwantsen op een bloemetje. Witte vlieg, bladluis, motteneitjes (van rupsen), spint, trips: alles pakt hij mee. Hij is daardoor een uitstekende aanvulling op de biologische bestrijding."
Bron: Goedemorgen
Meer nieuws