Signify en BASF werken samen aan vertical farming
Geplaatst op 23 augustus 2022
Het Philips GrowWise research center op de High Tech Campus in Eindhoven vormt het kloppend hart van de vertical farming-activiteiten van Signify. Hier worden in diverse klimaatkamers LED-lichtrecepten en teeltsystemen getest voor de daglichtloze teelt in een gesloten omgeving. Zaken als smaak, inhoudsstoffen en houdbaarheid worden hierbij onder de loep genomen. "We zien steeds meer belangstelling voor vertical farming", zegt Ellis Janssen, Global Director City Farming bij Signify. De divisie City Farming is onderdeel van de business unit HortiCulture LED Solutions van het bedrijf, dat specialist is in LED-belichting. "Niet zo vreemd: de teelt in een gecontroleerde omgeving kent vele voordelen. Het stelt je in staat om daar te telen waar het uiteindelijk geconsumeerd wordt, waardoor je veel minder food miles hebt. Doordat in een gesloten systeem wordt geteeld, spelen ziekten geen rol en kun je dus schoner telen.
Daarnaast biedt vertical farming volgens Anne Jancic, Global Segment Manager City Farming bij Signify, de 'luxe' om heel gericht te kunnen sturen op datgene wat de volgende partij in de keten nodig heeft of wenst. "Aangezien geen sprake is van invloeden van buitenaf kun je het klimaat volledig controleren. Op die manier kan een producent exact het product maken dat de consument of de volgende partij in de keten wenst. Je kunt bijvoorbeeld heel gericht sturen op smaak, inhoudsstoffen, houdbaarheid of kleur. Daar stemmen wij onze licht- en groeirecepten voor vertical farming ook op af."
Sturen op consumentwensen
Carel Vereijken, Manager Consumer and Market Insights bij BASF's Vegetable Seeds Business benadrukt dat consumentwensen steeds belangrijker worden. Bij welke vorm van landbouw dan ook. "De consumentenvraag wordt namelijk steeds diverser. Om die reden moet je vooraf precies weten wat je gaat aanbieden."
Over het algemeen is het produceren in een vertical farm duurder dan in de open lucht, geeft hij aan. Al kunnen die hogere kosten gezien worden als een tijdelijk nadeel, want wanneer we meer kennis opdoen en de teelt verder professionaliseren zal de kostprijs lager worden, zeker als je gaat kijken naar de werkelijke kosten, want gezonder eten leidt tot minder zorgkosten.
Toch blijft er een grote noodzaak om een goede marge te halen. "Dat kan alleen als je exact datgene levert wat de consument wil, en je ook weet dat hij bereid is iets meer te betalen. En het is bij vertical farming mogelijk om het volledige systeem toe te spitsen op de productie van een bepaalde groente. Dan moet je dus heel goed weten wat je wilt produceren."
Zicht op wensen consument en ketenpartijen
Toch merkt Signify dat investeerders in vertical farming-projecten de wensen van hun afnemers vaak nog niet of onvoldoende in beeld hebben. ''Terwijl jouw afnemers en diens wensen - bijvoorbeeld qua smaak, houdbaarheid en gewicht - bepalend zijn voor hoe je een vertical farm het beste kunt inrichten. Langzaam maar zeker wordt wat dit betreft wel een beweging in gang gezet, maar er is nog steeds een wereld te winnen", zegt Janssen.
Inzicht krijgen in waar consumenten en ketenpartijen wereldwijd behoefte aan hebben, dat is waar het team Market and Consumer Insights van /BASF''s Vegetable Seeds Business, dat onder de merknaam Nunhems groentezaden verkoopt, op focust. "Wij kunnen als bedrijf planten leveren die resistent zijn tegen bepaalde ziekten en zaden produceren waar een teler prima mee uit de voeten kan - doordat er bijvoorbeeld sprake is van een hoge opbrengst, zegt Carel Vereijken, maar voor de consument is smaak ook een belangrijk argument bij de aankoop van groenten en fruit. Bij vertical farming-projecten wordt echter nog nauwelijks geďnvesteerd op smaak, terwijl hier wel veel kansen liggen."
Volgens Vereijken verschillen smaakvoorkeuren per cultuur en hangt dit ook af van wat mensen hebben leren kennen. "Een product als bittergourd is bijvoorbeeld met name bekend in India. Men is eraan gewend en eet dit dus regelmatig, ook omdat geclaimd wordt dat dit product een positief effect zou hebben op de gezondheid. Deze groente is echter erg bitter, en mensen uit andere landen zijn minder gewend aan deze smaak. Een ander treffend voorbeeld is de tomaat in Italië. De tomaat is de basis van de Italiaanse keuken. Hierdoor zijn de exacte smaak en de aroma's in een tomaat dan ook heel belangrijk voor Italiaanse consumenten. Voor Nederlanders is het ook wel belangrijk hoe een tomaat smaakt, maar toch zijn die doorgaans minder kieskeurig."
Samenwerking zoeken
Signify en BASF's Vegetable Seeds Business gaan intensiever samenwerken, om zo beter te kunnen inspringen op de wensen van consumenten en ketenpartijen. Dit moet helpen om de kansen van vertical farming optimaal te benutten. "Denk bijvoorbeeld aan de specifieke ontwikkeling van groentezaden en lichtrecepten voor vertical farming", zegt Vereijken. "We kunnen bijvoorbeeld zaden kweken die meer of minder water nodig hebben, om op die manier optimaal aan te sluiten bij de omstandigheden ter plekke. Maar vooral willen we zaden op de markt brengen die aansluiten bij smaak- en gezondheidswensen van consumenten. Om bepaalde eigenschappen - bijvoorbeeld een hoog vitamine C-gehalte - naar boven te kunnen halen, heb je onder meer het juiste licht- en teeltrecept nodig. Daarin zullen BASF en Signify elkaar versterken."
Anne Jancic geeft aan dat nu wel al specifieke zaden worden geselecteerd voor vertical farming-projecten, maar dat hier nog niet gericht op wordt veredeld. "Dat is wel onze droom; dat deze manier van telen zo groot wordt, dat hier speciale zaden voor worden gekweekt. En als de juiste eigenschappen in een zaadje zitten, hebben wij met onze lichtrecepten de knoppen om deze eruit te halen. Onderzoek in ons Philips GrowWise research center heeft ook aangetoond dat zaken als lichtspectra, -intensiteit en -uniformiteit een cruciale rol spelen in het telen van groenten en fruit met specifieke eigenschappen. Dit is heel aantrekkelijk, want hierdoor kunnen ook onderscheidende producten worden geintroduceerd, die extra schapruimte creeren."
Vereijken voegt nog toe dat niet alleen de eigenschappen van het zaadje en het lichtrecept bepalend zijn voor het eindproduct. "Ook andere factoren spelen natuurlijk een rol. Denk bijvoorbeeld aan substraat, voeding, teeltperiode, et cetera. Het is een totaalplaatje."
Groeipotentie wereldwijd
Op dit moment is het percentage groenten dat wereldwijd wordt geteeld in daglichtloze teelt nog beperkt; het gaat volgens Signify naar schatting om een paar procent van de totale groenteproductie. Het bedrijf ziet wel duidelijk groeipotentie voor vertical farming. Vooral omdat de behoefte aan voedselzekerheid en -zelfvoorzienendheid fors is gegroeid, zeker sinds corona. Met name de Golfregio is volgens Janssen een uitermate interessant gebied voor vertical farming. "Door het warme, droge klimaat is het immers onmogelijk om hier voedsel te telen in een kas of in het open veld. Daarbij zijn inwoners van de Golfregio gemiddeld genomen kapitaalkrachtig en zijn zij bereid om te betalen voor gezond en duurzaam voedsel. Gezondheid is echt een thema."
Daarnaast is het in de Golf mogelijk om alle benodigde energie op te wekken door middel van de zon. "En het gebrek aan water is bij vertical farming ook geen issue, aangezien je water heel eenvoudig kunt hergebruiken en dus uitermate duurzaam bezig bent.''
De eerste projecten worden al gebouwd. Zo is Signify samen met Certhon betrokken bij het project Madar Farms in het havengebied van Abu Dhabi. De eerste fase van 50.00m˛ is in aanbouw. Deze vertical farm zal uiteindelijk een totale oppervlakte hebben van 40.000 m˛. Madar Farms richt zich op de teelt van tomaten en micro-cressen.
Ook in de Verenigde Staten worden veel vertical farming-projecten opgezet. Dat heeft er alles mee te maken dat hier grote hoeveelheden voedsel over lange afstanden moeten worden getransporteerd. "Dat betekent verlies van smaak en versheid en is allesbehalve duurzaam. Steeds minder Amerikanen accepteren dit, daarnaast hechten zij veel waarde aan een lokaal geproduceerd product. Het aantal vertical farming-projecten in de Verenigde Staten zal de komende jaren dan ook ongetwijfeld verder groeien; wij zijn onder meer betrokken bij het befaamde 80 Acres-project in Ohio. Daarnaast is er vanuit Europa en diverse Aziatische landen steeds meer belangstelling voor deze manier van telen."
Anne Jancic voegt nog toe dat het feit dat in vertical farms heel schoon en veilig kan worden geproduceerd ook een belangrijk voordeel is. Terwijl consumenten in Noordwest-Europa doorgaans niet twijfelen aan het feit dat het voedsel in de schappen gezond en veilig is, zijn bijvoorbeeld Japanners hier minder zeker van. "In Japan maken consumenten zich ook echt zorgen over de veiligheid van hun voedsel. Ze vrezen dat groenten uit buitenteelten bijvoorbeeld pesticiden bevatten of zelfs verontreinigd zijn. Met het telen in vertical farms worden deze zorgen grotendeels weggenomen. Dat is een belangrijke reden dat in Japan veel vertical farming-projecten worden opgezet."
Te nemen hobbels
Ondanks de genoemde voordelen, zijn er volgens de betrokkenen ook de nodige hobbels te nemen om de kansen van vertical farming te kunnen benutten. Zo zullen de kosten van vertical farming-projecten omlaag moeten, benadrukt Janssen. "Deze manier van telen is nu nog duurder dan het telen in een kas. Om vertical farming interessanter te maken, is het zaak om de totale systeemkosten te reduceren. Dit kan door de diverse onderdelen - klimaatsystemen verlichting, et cetera - beter te integreren. Maar ook het verder verhogen van de productie, om zo de kosten per eenheid product te verlagen, is een optie."
Volgens Anne Jancic zou het goed zijn om de synergiën tussen de glastuinbouw en vertical farming beter te benutten. "Glastuinders kunnen bijvoorbeeld heel efficiënt telen; daar kunnen initiatiefnemers van vertical farming-projecten van leren. Anderzijds kan de glastuinbouw ook dingen leren van vertical farming; bijvoorbeeld qua ophalen van kapitaal.'' De arbeidsvoorziening in vertical farming-projecten is een ander issue. Want hoewel automatisering eenvoudiger is bij deze manier van telen, blijft kennis en ervaring nodig. "Dergelijke projecten vragen om mensen die iets weten van de teelt, maar ook de combi met de techniek kunnen maken en weten hoe beide zaken elkaar kunnen beďnvloeden. Er zijn nog té weinig mensen die deze expertise in huis hebben. Ook daar ligt een uitdaging."
Meerdere taarten te verdelen
Er is volgens Jancic ook sprake van een gebrek aan standaardisatie, als het gaat om de inrichting van vertical farms. "Enerzijds zijn er bedrijven die alles zelf bouwen en ontwikkelen, anderzijds zie je ook partijen die allerlei bestaande systemen integreren om hun farm te realiseren. Een partij als Dutch Greenhouse Delta, waar Signify ook partner van is, helpt om meer samenwerking en eenheid te realiseren, en zo de opmars van vertical farming te versnellen. Wanneer iedereen zelf het wiel gaat uitvinden, vertraagt dit immers de ontwikkeling. Daarnaast kan DGD een sleutelrol vervullen in het openen van deuren bij overheden, investeerders en retail voor de realisatie van vertical farming-projecten."
Volgens de Signify-expert kan Dutch Greenhouse Delta verder een rol spelen in het vergroten van het bewustzijn rondom de kansen van vertical farming. "Er is enorm veel te winnen. En er is hierbij niet één taart te verdelen, maar meerdere. Door samen op te trekken, kunnen we deze kansen beter en sneller verzilveren."
Bron: Goedemorgen