Spanning op arbeidsmarkt loopt verder op
Geplaatst op 17 augustus 2022
De krapte op de arbeidsmarkt leidt ertoe dat steeds meer bedrijven te maken hebben met een personeelstekort. Aan het begin van het derde kwartaal van 2022 gaf 38 procent van de bedrijven aan dat een tekort aan arbeidskrachten de belangrijkste belemmering voor de productie of activiteiten vormde. Begin vorig jaar was dat nog 10 procent. Zie ook het nieuwsbericht: Ondernemers zien werkdruk toenemen als gevolg personeelstekort.
Recordaantal vacatures
Eind juni stonden er 467 duizend vacatures open, 16 duizend meer dan aan het einde van het eerste kwartaal. Dit is het achtste kwartaal op rij dat het aantal vacatures toeneemt. In twee jaar tijd is het aantal openstaande vacatures meer dan verdubbeld.
Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel (100 duizend), de zakelijke dienstverlening (75 duizend) en de zorg (65 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.
Vacatures meest toegenomen in de handel
Het aantal vacatures nam in het tweede kwartaal toe in bijna alle bedrijfstakken. In de handel kwamen er de meeste bij (+10 duizend), waardoor deze bedrijfstak nu 100 duizend openstaande vacatures telt. In de horeca liep het aantal terug met 5 duizend, nadat het aantal vacatures in deze bedrijfstak eind maart een recordstand van 45 duizend had bereikt.
Iets minder nieuwe vacatures
In het tweede kwartaal ontstonden 394 duizend nieuwe vacatures. Dat is 24 duizend minder dan het recordaantal van het eerste kwartaal, maar nog steeds het een na hoogste aantal ooit. Er werden 378 duizend vacatures vervuld (inclusief vervallen vacatures), waardoor het record van het eerste kwartaal met 18 duizend werd overtroffen.
Vacaturegraad weer hoger
De vacaturegraad, het aantal openstaande vacatures per duizend banen van werknemers, liep in het tweede kwartaal verder op van 51 naar 54. Het hoogst is de vacaturegraad in de horeca, waar in het tweede kwartaal op elke duizend werknemersbanen 96 openstaande vacatures waren. Een kwartaal eerder werd in deze bedrijfstak nog de recordstand van 112 bereikt. Ook de informatie en communicatie heeft met 89 vacatures per duizend banen een bovengemiddelde vacaturegraad. Het laagst is de vacaturegraad in het onderwijs, namelijk 25 vacatures per duizend banen.
Aantal banen stijgt opnieuw
Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam in het tweede kwartaal met 94 duizend toe naar een recordhoogte van 11 395 duizend (+0,8 procent). In het eerste kwartaal was de stijging nog groter (+124 duizend). In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. Het aantal banen stijgt voor het vijfde kwartaal op rij. Vanaf het tweede kwartaal van 2021 zijn er 628 duizend banen bij gekomen.
Het aantal werknemersbanen steeg met 71 duizend, een toename van 0,8 procent. Het totaal aantal werknemersbanen kwam daarmee uit op 8 909 duizend. Het aantal banen van zelfstandigen nam toe met 22 duizend (0,9 procent) naar 2 485 duizend. Ruim 1 op de 5 banen is een zelfstandigenbaan.
In de handel, vervoer en horeca kwamen er 35 duizend banen bij in het tweede kwartaal, een stijging van 1,3 procent. Andere bedrijfstakken met een grote banengroei waren zakelijke dienstverlening, exclusief de uitzendbureaus (19 duizend), onderwijs (8 duizend) en informatie en communicatie (7 duizend). Alleen in de bedrijfstak landbouw en visserij was er een daling (-4 duizend).
Het aantal werknemersbanen in de cultuur, recreatie en overige diensten steeg met 7 duizend en is daardoor voor het eerst terug op het niveau van het eerste kwartaal van 2020. Tegenover de stijging van het aantal werknemersbanen stond een daling van het aantal banen van zelfstandigen (-3 duizend). Het totaal aantal banen in de cultuur, recreatie en overige diensten steeg daardoor met 4 duizend.
Meer gewerkte uren
Werknemers en zelfstandigen werkten in het tweede kwartaal van 2022 in totaal ongeveer 3,7 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 2,6 procent meer dan een kwartaal eerder. In de cultuur, recreatie en overige diensten steeg het aantal gewerkte uren het sterkst, met 6,6 procent.
In het tweede kwartaal van 2022 waren er 2,8 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er 85 duizend meer dan een kwartaal eerder. Hiermee is het aantal flexibele werknemers vier kwartalen op rij gestegen en voor het eerst weer hoger dan in het eerste kwartaal van 2020, aan het begin van de coronacrisis. Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie daalde met 23 duizend en bedroeg 5,3 miljoen. Dit is nog bijna 40 duizend hoger dan een jaar geleden. Het aantal zelfstandigen groeide opnieuw, en wel met 31 duizend, en kwam in het tweede kwartaal van dit jaar uit op 1,5 miljoen. Deze toename betreft alleen de zzp'ers.
Werkloosheid verder gedaald
In het tweede kwartaal van 2022 waren er 327 duizend mensen van 15 tot 75 jaar werkloos, 3,3 procent van de beroepsbevolking. Het gaat daarbij om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn. De werkloosheid bereikte hiermee een laagterecord in de reeks met kwartaalcijfers vanaf 2003. Wel is de werkloosheid in de twee laatste maanden van het kwartaal, mei en juni, licht toegenomen. Ten opzichte van het eerste kwartaal daalde het aantal werklozen met 11 duizend. Bij 25- tot 45-jarigen en 45- tot 75-jarigen daalde de werkloosheid in het afgelopen kwartaal naar respectievelijk 2,6 en 2,3 procent en bij jongeren naar 7,2 procent.
Meer baanvinders dan baanverliezers
De ontwikkeling van de werkloosheid (-11 duizend personen) in het tweede kwartaal van 2022 is het resultaat van een aantal stromen op de arbeidsmarkt. Aan de ene kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor daalde de werkloosheid in het afgelopen kwartaal met 51 duizend.
Aan de andere kant groeide de werkloosheid doordat het aantal mensen dat zonder direct resultaat op zoek ging naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) groter was dan het aantal mensen dat stopte met zoeken en/of niet beschikbaar was (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo was er in het tweede kwartaal een toestroom van 41 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking.
Aantal langdurig werklozen verder afgenomen
Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, bedroeg 77 duizend in het tweede kwartaal van 2022. Een kwartaal eerder waren dat er 83 duizend. Hiermee is de langdurige werkloosheid sinds het eerste kwartaal van 2021 vrijwel voortdurend gedaald. Het percentage van alle werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk kwam hiermee - evenals afgelopen kwartaal - uit op 24 procent.
Onbenut arbeidspotentieel verder gedaald
De werkloosheidscijfers omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart.
In het tweede kwartaal van 2022 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,1 miljoen mensen, 10 duizend minder dan een kwartaal eerder. Daarmee is het onbenut potentieel voor het achtste achtereenvolgende kwartaal gedaald.
Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het tweede kwartaal naast 327 duizend werklozen om 185 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht, en om 114 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestaat uit 494 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hier ook direct beschikbaar voor te zijn.
De daling van het onbenut arbeidspotentieel in het tweede kwartaal van 2022 ten opzichte van een kwartaal eerder is vooral het gevolg van een daling van het aantal werklozen (-11 duizend). Daarnaast daalde ook het aantal personen dat gezocht heeft naar werk, maar hiervoor niet direct beschikbaar was (-5 duizend). Daarentegen nam het aantal onderbenutte deeltijdwerkers iets toe, evenals het aantal mensen dat direct beschikbaar is voor werk, maar niet heeft gezocht (beide +3 duizend).
Het CBS heeft ook onderzocht in hoeverre mensen die deel uitmaken van het onbenut arbeidspotentieel zijn geregistreerd als werkzoekende bij het UWV: Arbeidspotentieel van niet-werkenden.
Bron: Goedemorgen