Terugdringing CO2-uitstoot tuinbouw forse uitdaging

Terugdringing CO2-uitstoot tuinbouw forse uitdaging

De Nederlandse glastuinbouw (groenten, potplanten, snijbloemen, fruit) is mede vanwege het innovatieve karakter door de overheid tot topsector benoemd (Tuinbouw & Uitgangsmaterialen). De meeste gewassen die in de kassen worden geteeld, hebben een aanzienlijke warmtebehoefte. Die warmtebehoefte wordt momenteel meestal gerealiseerd door verbranding van aardgas. Bij de verbranding van aardgas komt CO2 vrij, dat als broeikasgas bijdraagt aan de klimaatverandering. Die uitstoot terugdringen is een forse uitdaging, maar niet onmogelijk, zo concludeert Rabobank in een nieuwe sectorpublicatie.

Vermindering van het verbruik van fossiele brandstoffen voor de glastuinbouw is een van de belangrijkste uitdagingen, zo niet dé belangrijkste uitdaging in verduurzaming van de sector. Het afgelopen jaar dwingt ook de realiteit van stijgende energieprijzen de sector tot heroriëntatie over de invulling van de warmtebehoefte. In deze publicatie ligt echter de nadruk op het doel vanuit de klimaattransitie (terugdringing broeikasgassen) en niet op het rentabiliteitsperspectief. Dat laatste heeft echter wel degelijk invloed op de omvang en het tempo van de energietransitie in de glastuinbouw.

In de laatste drie decennia van de vorige eeuw is de gehele Nederlandse tuinbouw aangesloten op aardgas. Op slechts enkele plaatsen in het land was sprake van een andere vorm van warmtevoorziening voor de gewassen in de kas. Meestal ging het dan om een restwarmteproject (bijvoorbeeld Plukmadese polder) of een andere vorm van warmtewinning, zoals met een houtgestookte ketel. Hierbij wordt achter de ketel een rookgascondensor geplaatst en wordt de uit het aardgas of hout vrijgekomen CO2 gebruikt als groeistof voor het tuinbouwgewas.

In de eerste tien jaar van deze eeuw werd op veel glastuinbouwbedrijven met een grotere warmtebehoefte steeds vaker een warmtekrachtkoppeling (WKK) geďnstalleerd. Deze installatie levert warmte, elektriciteit én CO2 uit rookgassen. Ingebruikname van een WKK gaat gepaard met een stijging van het aardgasverbruik. Daar staat echter tegenover dat naast warmte en CO2 nu ook elektriciteit wordt geproduceerd op het tuinbouwbedrijf. Afhankelijk van de teelt wordt deelektriciteit geleverd aan het openbare Nederlandse elektriciteitsnet of aangewend voor belichte teelt of ander eigen gebruik.

Deze veranderingen hebben ook gevolgen gehad voor de CO2-emissies van de sector. Waar CO2-emissies vroeger gerelateerd waren aan de warmtebehoefte van het gewas, zijn er CO2-emissies op tuinbouwbedrijven bijgekomen voor de opwekking van elektriciteit voor eigen gebruik en het openbare net. In de afspraken tussen sector en overheid over terugdringing van de CO2-emissies van de glastuinbouw spelen juist deze emissies en de WKK's vaak een onduidelijke rol. De efficiëntie van het aardgasverbruik in WKK's in de glastuinbouw is vrijwel altijd hoger dan de efficiëntie van grote aardgasgestookte centrales. Daarnaast dragen de korte reactietijden van de WKK's bij aan de stabiliteit van het openbare elektriciteitsnet. De netbeheerders sluiten contracten met glastuinders af om de WKK's te kunnen inzetten op momenten dat dat nodig is voor de stabiliteit van het elektriciteitsnet. Vervanging van WKK's door duurzame bronnen leidt dus tot minder CO2-emissies in de glastuinbouw. Anderzijds dient dan wel de vervangende stroomopwekking minstens zo efficiënt (en groen) plaats te vinden om de totale emissie in Nederland niet te laten stijgen. Ook heeft afschakeling van WKK's gevolgen voor de stabiliteit van het Nederlandse elektriciteitsnet.

Lees hier meer

Bron: Rabobank

Deel artikel