Voorbehandelen voor hergebruik reststromen

Voorbehandelen voor hergebruik reststromen

Op 20 september was het seminar ‘Het voorbehandelen van tuinbouwreststromen voor biobased toepassingen’ bij Living Lab Bleiswijk. De bijeenkomst werd geopend door wethouder Michiel Muis van de gemeente Lansingerland. Er waren ruim 50 deelnemers uit zowel Nederland als België. De Inspiratieweek is onderdeel van het SIGN Innovatieprogramma Circulaire Tuinbouw 2021-2026.

Marloes Arkesteijn (Provincie Zuid-Holland) vertelde over hoe provincie Zuid-Holland werkt aan een circulaire samenleving. Dat gebeurt in verschillende werkterreinen. Voor de tuinbouw ligt de nadruk op het sluiten van kringlopen, om het telen van inhoudstoffen en het optimaal inzetten van reststromen. Daarvoor zijn verschillende uitdagingen, zoals vervuiling van reststromen, wetgeving en schaal. “Ik hoop dat we de natuurlijke kringloop kunnen sluiten.”

Matthijs Dijkshoorn (Dijkshoorn Bleiswijk) wees op de ‘kloof’ tussen ondernemers en onderzoek. Zo kijken ondernemers naar efficiency, winst, kosten en concurrentie, terwijl het bij wetenschappers vooral gaat om het probleem van de samenleving en ideologische overwegingen. Die verschillende posities zorgen ervoor dat de beide partijen elkaar niet altijd weten te vinden. Daarom riep Dijkshoorn op om nog meer samen te werken, onder meer op het gebied van kennisdeling.

Tine van Laere (Universiteit Gent) vertelde over het project Zero Waste. Dat project werkt aan het mogelijk maken van biobased tuinbouw. Zo wordt onderzoek gedaan naar tomaat, paprika en tomaat. Het gaat daarbij onder meer over het reinigen van reststromen. Over dat onderwerp gaf ze ’s middags een verdiepende workshop, die werd bezocht door meer dan 30 deelnemers.

Alexander van Tuyl van Serooskerke (WUR Plant Research) vertelde over het onderzoek naar reststromen als voedingsbodem voor de black soldier fly (BSF). In Greenport West-Holland is maandelijks circa 238 ton reststromen uit de tomatenteelt beschikbaar. Door dat te mengen door substraat (circa 50%) kunnen 100 ton larven en 1200 ton frass geproduceerd worden. De markt is echter nog niet zo ver dat dit financieel rendabel is.

Koen Meesters (WUR-FBR) gaf de deelnemers tips over het gebruik van reststromen. Zo vertelde hij ondernemers dat goedkope reststromen niet passen bij een duur productieproces. Bovendien zorgen reststromen voor extra kosten (bijvoorbeeld afvalwater) en leveren ze extra restproducten op. In een optimaal verdienmodel worden ook die restproducten verwaard.

Na het seminar was er een gezamenlijke lunch en een demonstratiemarkt met verschillende machines en voorbeelden van half-fabricaten.

 

Bron: Glastuinbouw Nederland

Deel artikel