'Voeding en plantweerbaarheid? Een eenvoudig mechanisme'

'Voeding en plantweerbaarheid? Een eenvoudig mechanisme'

Langzaamaan breekt bij telers het besef door dat de juiste voeding van groot belang is voor de weerbaarheid en de gewasgezondheid. Het vereist een omslag in het denken: van curatief naar preventief. Consultant plantgezondheid Mark van der Werf van Koppert hoopt dat dit nieuwe denken zo snel mogelijk voet aan de grond krijgt. "Met alleen maar biostimulanten kom je er niet. Wat je wel moet doen, is eigenlijk ongelooflijk eenvoudig."

Mark van der Werf werkt al jaren aan NatuGro, de biostimulanten en voedingsproducten van Koppert. Zij helpen de plant op stressmomenten in zijn ontwikkeling. Denk aan het kiemen, de beworteling, de bestuiving, de vruchtzetting en uiteindelijk de productie. Maar, zegt hij, een biostimulant in zijn eentje kan storende invloeden die uit de omgeving van de plant komen nooit goed corrigeren. Wat óók nodig is, is de juiste voeding.

En juist daar blijkt het aan te mankeren. "Veel telers geven hun gewas te vaak te veel van de elementen stikstof, fosfor en kalium. Het gevolg is dat de planten aan een plantaardige vorm van obesitas gaan lijden. Dat veroorzaakt allerlei onevenwichtigheden. Zo zie je een overschot aan stikstof terug in een surplus aan aminozuren en daar komen de luizen massaal op af. Te veel kalium is ook niet goed; het verdringt calcium, een element dat essentieel is voor een sterke celwand en dus voor de weerbaarheid tegen infecties."

De plant en de schijf van vijf
De overschotten aan N, P en K zorgen er dus voor dat de plant allerlei problemen krijgt, vaak in de vorm van een tekort aan andere spoorelementen die noodzakelijk zijn voor een evenwichtige ontwikkeling en goede producties. Je kunt het heel goed vergelijken met mensen, aldus Mark. "Iemand die zijn kinderen elke dag volpropt met vette snacks en flessen frisdrank die per liter tientallen suikerklontjes bevatten, moet niet raar opkijken als die kinderen al vroeg problemen met hun gezondheid krijgen. Elke huisarts kan daarover meepraten."

De plant moet dus afkicken van evolutionair aangeleerd gedrag, namelijk zijn gewoonte om zo veel mogelijk stikstof, kalium en fosfor op te slaan als reserves voor tijden die moeilijker zijn. "Maar let op: de plant kan zichzelf niet veranderen. De teler blijft immers voeding geven en de plant heeft geen schijf van vijf en ook geen voorlichtingsbureau voeding. De verandering moet bij de teler vandaan komen."

De plant op rantsoen
Om telers daarbij te helpen, heeft Koppert inmiddels de nodige kennis ontwikkeld. Zo werpt de samenwerking met Nova Crop Control veel vruchten af. De plantsapanalyses van deze onderneming laten letterlijk de denkfout zien. "Naarmate de plant ouder wordt, zie je de gehalten aan N, P en K sterk oplopen. Dat is soms een heel steile curve. We zien het ook als we oud en jong blad vergelijken. Ouder blad bevat soms vier maal zo veel stikstof als de jongere blaadjes. Het toont aan dat de plant de elementen blijft opnemen, ook als er geen enkel tekort dreigt."

In onderzoek van Koppert, in onder meer aardbei, zijn de effecten van een rantsoenering overduidelijk zichtbaar. "We zien meer ontwikkeling van gunstige schimmels in het wortelmilieu, de aantasting door luizen is minder ernstiger, de brixwaarden stijgen, de plant wint aan weerbaarheid en het gewas staat er beter bij. We hebben het aangetoond in gewassen waar we de N-gift met kleine stapjes omlaag brachten. De producties bleven op deze manier op peil, maar tegelijk werd de plant sterker en gezonder."

Preventief denken
Het toont volgens Mark de waarde van de nieuwe benadering: de plant kan zelf heel veel problemen oplossen, áls de voeding in orde is. "Zodra de teler dat voor elkaar heeft, is het tijd om de plant bij de stressmomenten in zijn ontwikkeling een extra zet in de rug te geven met NatuGro-producten. Die producten zijn uit en te na ontwikkeld, ze zijn wetenschappelijk getest en ze zijn effectief. Maar om dat effect te bereiken, moet eerst het voedingsregime goed zijn. Soms zeggen wij hier bij Koppert dat het eigenlijk een ongelooflijk eenvoudig mechanisme is."

Goed beschouwd is het een vorm van preventief denken en werken. Blijkbaar accepteert en adopteert de markt dit nieuwe denken steeds makkelijker: niet voor niets willen veel telers meer weten over de plantweerbaarheid. Mark van der Werf: "De belangstelling voor de relatie tussen voeding en gewasgezondheid neemt inderdaad snel toe. Dat is een goede zaak. Ik durf wel te voorspellen dat over een jaar of vijf veel telers binnen de vernieuwingsgezinde Nederlandse tuinbouw dit denken toepassen."

Bron: Goedemorgen

Deel artikel