Ziekteverzuim in vierde kwartaal verder gegroeid
Geplaatst op 11 maart 2022
Omdat het ziekteverzuim een seizoenpatroon vertoont (het verzuim is in het eerste en in het vierde kwartaal altijd hoger), worden de cijfers vergeleken met dezelfde periode in voorgaande jaren.
In 2020, het eerste jaar van de coronapandemie, was het verzuim in het vierde kwartaal 4,9 procent. In het laatste kwartaal van 2021 lag dat 0,5 procentpunt hoger. Niet eerder was de toename tussen twee vierde kwartalen zo groot. Het ziekteverzuimpercentage bereikte voor het laatst in 2002 dit niveau.
In de reeks vanaf 1996 was het ziekteverzuim in het vierde kwartaal alleen hoger in 1999, 2000 en 2001.
Meeste verzuim opnieuw in de zorg
Het ziekteverzuim in het vierde kwartaal van 2021 was met 7,5 procent het hoogst in de bedrijfstak gezondheids- en welzijnszorg. Een jaar eerder was dit 6,9 procent.
Op grond van cijfers uit het programma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn kan worden ingezoomd op de verschillende branches binnen de gezondheids- en welzijnszorg. Deze cijfers gaan terug tot 2010.
Vooral in de verpleging, verzorging en thuiszorg was het verzuim bovengemiddeld: 9,0 procent, tegen 8,5 procent een jaar eerder. In de gehandicaptenzorg was het verzuim 8,4 procent, een jaar eerder was dat 7,5 procent. In de reeks vanaf 2010 is het ziekteverzuim in deze branches niet zo hoog geweest, ook niet in andere kwartalen.
Het grootste verschil deed zich voor in de jeugdzorg: het ziekteverzuim was 7,4 procent in het vierde kwartaal van 2021, tegen 6,4 procent in dezelfde periode van 2020.
In alle bedrijfstakken meer verzuim
Ook in alle andere bedrijfstakken lag het verzuim hoger dan een jaar eerder. In de industrie en in water- en afvalbeheer was het ziekteverzuim met 6,5 procent bovengemiddeld. In deze bedrijfstakken was het ziekteverzuim voor het laatst zo hoog aan het begin van deze eeuw. Het verzuim was het laagst in de financiële sector (3,0 procent).
Ondanks een geringe toename ten opzichte van een jaar eerder, was het verzuim in de handel (4,9 procent) en de horeca (4,5 procent) niet eerder zo hoog. Dit komt omdat de handel en vooral de horeca in het vierde kwartaal van 2020 nog een uitzonderlijke toename van het ziekteverzuim kenden. De horeca was jarenlang de bedrijfstak met het minste ziekteverzuim. De toename was het sterkst in vervoer en opslag: 6,2 procent, tegenover 5,3 procent een jaar eerder. Niet eerder was het verzuim in deze bedrijfstak zo hoog.
Het verzuim door ziekte nam bij het openbaar bestuur en overheidsdiensten (5,7 procent) en verhuur en handel van onroerend goed (4,0 procent) met 0,7 procentpunt ook sterk toe. Een jaar geleden kenden deze bedrijfstakken juist een afname van het ziekteverzuim.
Bron: Goedemorgen
Meer nieuws