'Beeldvorming studenten over hightech tuinbouw kan beter'

'Beeldvorming studenten over hightech tuinbouw kan beter'

Met regelmaat werkt Blue Radix samen met studenten van de TU Delft aan technisch uitdagende projecten. Ongeveer een jaar geleden is het Agtech Instituut van de Technische Universiteit van Delft opgericht om de samenwerking tussen de TU Delft en de land- en tuinbouw te versterken. Liselotte de Vries is Business Developer bij het Agtech Instituut. In dit interview vragen we haar onder andere hoe TU Delft betrokken is bij AI-toepassingen en welke initiatieven zij nemen richting studenten om ze enthousiast te maken over de glastuinbouw.

Als Business Developer verbindt Liselotte uitdagingen van (inter)nationale land- en tuinbouwpartijen met oplossingen uit de wetenschap van onderzoekers van de TU Delft. Ook is Liselotte actief binnen nationale samenwerkingsverbanden, zoals 4TU (Universiteiten Delft, Wageningen, Twente en Eindhoven). In deze rol wordt onder andere ingespeeld op de waarde die ontstaat uit de complementariteit van bv. de 'grijze tech' in Delft en de 'groene tech' in Wageningen en het bedrijfsleven.

1.    Op welke manier is TU Delft betrokken bij de glastuinbouw?
"Het doel van het Agtech instituut is het creëren van een rechtstreekse relatie tussen de technische universiteit en de land- en tuinbouw. Het gaat om het initiëren van onderzoekstrajecten, het bouwen van samenwerkingsverbanden voor co-innovatie en het identificeren van talent voor de land- en tuinbouwsector", aldus Liselotte. "Het instituut bestaat nu 1 jaar en groeit hard. Eigenlijk liepen er al veel verschillende samenwerkingsverbanden met de land- en tuinbouw, maar die waren nog niet zichtbaar genoeg of optimaal op elkaar afgestemd. Door middel van het instituut komt daar verandering in. Het instituut zorgt ook voor meer 'smoel', strategie en een contactpunt voor binnen (onderzoekers van de TU) en buiten (private sector en andere kennisinstellingen).

Er komen veel interessante vraagstukken vanuit de land- en tuinbouw binnen. Ook internationale vraagstukken. Natuurlijk kunnen we niet alle vraagstukken oppakken. De TU Delft werkt niet aan optimalisaties en verbeteringen van het bestaande. We zetten ons in voor samenwerking om tot nieuwe technieken te komen, technische uitdagingen, waarvoor de technologische oplossing simpelweg nog niet bestaat en de weg nog (deels) onbekend is. De vraagstukken worden dus beoordeeld op de hoeveelheid nieuwe technologie op wetenschappelijk niveau. Als een projectidee ontstaat, bijvoorbeeld wanneer een private partner en een onderzoeksveld elkaar vinden, start de zoektocht naar eventuele aanvullende partners en een financieringsstructuur (publiek en/of privaat). Als het projectplan en de overeenkomst afgerond zijn wordt het overgedragen aan een faculteit en doet het instituut een stapje terug. Goede voorbeeldprojecten zijn de ontwikkeling van ultrageluid en geminiaturizeerde microwave sensoren bij specifieke metingen in planten."

2.    Hoe kijkt TU Delft naar de toepassing van AI in de dagelijkse processen in de glastuinbouw?
"AI (artificial intelligence) is een duidelijke oplossing voor problemen en vraagstukken in de glastuinbouw. Het wordt op dit moment bewezen, door partijen zoals Blue Radix. Ook de TU Delft draagt hieraan bij. De TU Delft was bijvoorbeeld onderdeel van het winnende team van de tweede 'Autonomous Greenhouse Challenge'. AI kan duidelijk nieuwe waarde creëren, en draagt bij aan oplossingen tegen voedselverspilling door optimalisaties in de keten. Vanuit de TU Delft wordt er in de breedte gewerkt aan AI. Dus niet voor een specifieke sector alleen. De TU Delft  bekwaamt zich in AI als nieuwe technologie en werkt zeker ook aan toepassingen voor de land- en tuinbouw, maar zal zich daarbij nooit beperken tot de professionalisering van 1 sector. De TU Delft is juist heel goed in fundamentele robotica en AI doordat de het zich ontwikkelt in de breedte en niet alleen voor glastuinbouw. Je zou dit 'cross sector learning and development' kunnen noemen. TU is en blijft een technische universiteit, die leert door samen te werken met allerlei verschillende sectoren. De TU levert de nieuwe kennis en de nieuwe technologische oplossingen; in samenwerking met de sector komt het tot een toepassing in land- en glastuinbouw."

3.    Welke initiatieven ondernemen jullie richting studenten om ze te betrekken bij of zelfs enthousiast te maken over de glastuinbouw?
"We zijn nu 1 jaar onderweg met het AgTech Instituut en het aantal onderzoeksvoorstellen is in die tijd verdrievoudigd. Dat zorgt voor meer verbinding tussen de TU Delft, onderzoekers en studenten en de sector. Wat we naast het initiëren van de onderzoeksprojecten ook doen is opdrachten van bedrijven neerleggen bij studenten. Dit heeft voor beide partijen waarde. Zeker als onderdeel van grote projecten is het interessant om bedrijven en studenten direct met elkaar te verbinden voor deelprojecten. Dit kan helaas maar beperkt. We zijn als universiteit geen uitzendbureau natuurlijk. We zoeken hierin de balans. Daarnaast werken we hard aan informatievoorziening en lezingen. En het is belangrijk dat bedrijven zich ook structureel laten zien aan studenten en niet alleen maar rondom losse opdrachten.

4.    Merken jullie dat de houding van studenten ten opzichte van de glastuinbouw is veranderd?
"Het beeld van de glastuinbouw bij studenten is langzaam aan het veranderen. Mondiaal doen we het goed als sector. Echter, de communicatie vanuit de sector naar dit talent is een belangrijk aandachtspunt. Het beeld van 'hightech' bij bedrijven in de glastuinbouw is wel een ander beeld dan wat studenten van de TU Delft zien als 'hightech'. We mogen de glastuinbouw en technologie nog meer bij elkaar brengen. Het zijn hele andere werelden, die tot nu toe vaak nog andere talen spreken."

"Er is ook een bepaalde risicobereidheid nodig om nieuwe kennis te ontwikkelen in de sector. Nieuwe technologieën kosten gewoon meer tijd en vragen een langere termijnstrategie en investering. De vraag aan de sector is: Wie neemt het risico? In de glastuinbouw zijn er, in vergelijking met andere sectoren en op uitzonderingen na, minder grote R&D afdelingen." Een oplossing is samenwerken in gemeenschappelijke doelen met de universiteiten, eventueel aangevuld met publieke financiering.

5.    Op welke manier zou TU Delft nog meer samen willen werken rondom AI in de glastuinbouw?
"Er vindt continue afstemming plaats tussen het instituut, nationale wetenschap-agenda's, de overheid en de sector rondom de behoefte aan nieuwe technische ontwikkelingen. Het is de kunst om bijvoorbeeld nieuwe algoritmes (wetenschap) en de toepassing goed bij elkaar te brengen. De TU Delft kan helpen om een 'niet oplosbaar' vraagstuk op te lossen. We hebben overal experts voor, dus de deur staat daarvoor altijd open. Bijvoorbeeld een vraag uit de sector was om met een 'digitale neus' vroegtijdig in de lucht bedreigingen te detecteren voor planten (https://www.tudelft.nl/agtech/projects/tiny-smart-e-nose). Dat bestaat nog niet en daar kunnen we dan wat mee.

Ondertussen zetten we ook zelf door op de ontwikkeling van bv ultrageluid. Dat wordt dan vanuit de TU gepitcht en dan gaandeweg geadopteerd door de sector. Dan ontstaan er casussen voor deze technologie vanuit het bedrijfsleven. Soms moet de sector wel even 'wennen' aan nieuwe technologie, maar dat is logisch."

6.    Heb je nog een tip voor Blue Radix?
"Stel jezelf de vraag: wat hebben we nodig over 5-10  jaar? De kracht van de TU ligt bij nieuwe technologische innovaties, waarvan de oplossing simpelweg wat verder weg ligt in de tijd. Het is goed om nu al te ondernemen voor de langere termijn. Denk vanuit een technologische visie en maak dat bespreekbaar met ons als instituut."

Bron: Goedemorgen

Deel artikel